Verbonden partijen

Algemeen

Inleiding verbonden partijen

Terug naar navigatie - Inleiding verbonden partijen

Deze paragraaf geeft inzicht in de publieke en privaatrechtelijke organisaties waarin IJsselstein een bestuurlijk en financieel belang  heeft. Dat wil zeggen dat de gemeente een zetel of stemrecht heeft in het bestuur en dat de gemeente middelen beschikbaar stelt. Er is sprake van een bestuurlijk belang als een wethouder, raadslid of ambtenaar van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de verbonden partij plaatsneemt, of namens de gemeente stemrecht heeft. Bij een financieel belang stelt de gemeente middelen ter beschikking aan de verbonden partij. Deze raakt de gemeente kwijt in geval van faillissement van de partij. Daarnaast kunnen financiële problemen van de partij worden verhaald op de gemeente. 

Vanwege deze belangen en mogelijke risico’s besteden we in de programmabegroting aandacht aan rechtspersonen waarmee de gemeente een band heeft. De gemeente neemt vooral deel aan gemeenschappelijke regelingen. Daarnaast heeft de gemeente aandelen in enkele NV’s (Vitens en Bank Nederlandse Gemeenten) en nemen we deel aan enkele stichtingen (Inkoopbureau Midden Nederland, WerkWIJSS, WerkWIJSS Schoon en Robijn). 

Sturing en regie

Terug naar navigatie - Sturing en regie

De uitvoering van een aantal gemeentelijke taken is belegd bij verbonden partijen. Het uitgangpunt daarbij is dat we samenwerken in een verbonden partij als (beleid)doelstellingen hierdoor effectiever of doelmatiger (goedkoper of met minder risico) kunnen worden gerealiseerd. Dit hebben wij vastgelegd in onze Nota Verbonden Partijen. De verbonden partij dient te werken binnen de afgesproken beleidsinhoudelijke en financiële kaders. Binnen de organisatie besteden we daarom doorlopend aandacht aan sturing en regie. Hiermee volgen we de prestaties van de verbonden partij, zowel beleidsinhoudelijk als financieel. Bestuur en ambtelijke organisatie werken hierin en vanuit de eigen rol samen. 

In de periode 2022-2024 zijn de gemeenschappelijke regelingen die we zijn aangegaan, aangepast aan de gewijzigde Wet gemeenschappelijke regelingen (1-7-2022). Ook is voor zover mogelijk verder uitvoering gegeven aan de aanbevelingen de Rekenkamer IJsselstein in zijn rapport Grip op gemeenschappelijke regelingen heeft gedaan (juni 2022) . Eén van de aanbevelingen van de Rekenkamer is de actualisatie van de Nota Verbonden partijen.  Deze is in 2023 vastgesteld en voeren we in 2024 uit. Andere aanbevelingen van de Rekenkamer waren het nadrukkelijker organiseren van sturing en regie met andere gemeenten en het evalueren van verbonden partijen.

We hebben in 2024 ambtelijk gewerkt aan het versterken van onze samenwerking met andere gemeenten. Dit doen we risicogericht. Om het risico te bepalen kijken we zowel naar financiële factoren als beleidsmatige en maatschappelijke belangen. Relevante factoren zijn o.a. financiële omvang van de bijdrage, financiële beheersing, het beleidsbelang, en de mate waarin IJsselstein invloed kan uitoefenen op de partij.  Het inzicht in risico's helpt ons om grip op onze verbonden partijen te realiseren. Verbonden partijen met het hoogste risicoprofiel hebben zowel ambtelijk als bestuurlijk constante aandacht. Hierbij werken we heel actief samen met de verbonden partij en met andere deelnemers waardoor we weten wat er speelt en waar we op moeten en kunnen sturen.

Typenindeling en totaaloverzicht verbonden partijen

Terug naar navigatie - Typenindeling en totaaloverzicht verbonden partijen

We delen de verbonden partijen in drie typen:

Gemeenschappelijke regelingen

  • Afvalverwijdering Utrecht
  • Belastingsamenwerking Rivierenlanden
  • GGD regio Utrecht
  • Omgevingsdienst regio Utrecht
  • Recreatieschap Stichtse Groenlanden 
  • Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard
  • Reinigingsbedrijf Midden Nederland
  • Veiligheidsregio Utrecht
  • Werk en Inkomen Lekstroom

Coöperaties en vennootschappen

  • Bank Nederlandse Gemeenten
  • Vitens NV

Stichtingen en verenigingen

  • Stichting Inkoopbureau Midden Nederland
  • Stichting Robijn
  • Stichting WerkwIJSS
  • Stichting WerkwIJSS Schoon

Gemeenschappelijke regelingen

Terug naar navigatie - Afvalverwijdering Utrecht (AVU)

Afvalverwijdering Utrecht (AVU)

Programma

Wonen en ruimte

Vestigingsplaats

Soest

Doel

Deze gemeenschappelijke regeling heeft tot doel om op een doelmatige en uit oogpunt van milieuhygiëne verantwoorde wijze sturing en uitvoering te geven aan het afvalstoffenbeleid in de provincie Utrecht. 

Deelnemers

Alle gemeenten binnen de provincie Utrecht. Dit zijn: Amersfoort, Baarn, De Bilt, De Ronde Venen, Bunnik, Bunschoten, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Stichtse Vecht, Soest, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vianen, Wijk bij Duurstede, Woerden, Woudenberg, IJsselstein en Zeist. 

Openbaar belang

Zorgen voor een goede, reguliere en milieuverantwoorde verwerking van door de gemeenten ingezamelde huishoudelijke afvalstromen.  Daarnaast heeft de AVU een adviserende rol naar de deelnemende gemeenten over nationale en internationale ontwikkelingen op afvalgebied.

Bestuurlijk belang

Het college benoemt 1 lid en 1 plaatsvervangend lid in het Algemeen Bestuur. Wethouder Bekker is lid en wethouder Tas  plaatsvervangend lid.

Financieel belang

De AVU sluit contracten af met verwerkers voor het transport en de verwerking van diverse afvalstromen. Deze kosten worden op basis van de werkelijke aangeboden volumes bij de deelnemende gemeenten in rekening gebracht samen met de opslag voor de organisatiekosten.

De baten en lasten van de AVU lopen via de begroting van het Reinigingsbedrijf Midden Nederland (RMN), zie hierna

Op basis van de concept jaarstukken 2024 van de AVU bedragen de gerealiseerde lasten afgerond € 1.008.000

De kosten zijn als volgt opgebouwd:

Brandbaar, GFT en Injectienaalden afval                        1.207.000

Glas                                                                                                            - 21.000

Papier                                                                                                     -171.000

Verrekening resultaat                                                                        -7.000

Voor de verwerking van glas en papier geldt dat sprake is van een netto opbrengst.

Evt. veranderingen

in een belang

N.v.t.

Verhouding eigen

en vreemd vermogen

 

 

31-12-2023

31-12-2024

Eigen vermogen

0

0           

Vreemd vermogen

20.804.000

20.800.000

In beginsel heeft de AVU geen eigen vermogen. De gerealiseerde overschotten of tekorten worden verrekend met de gemeenten. 

Resultaat

Het gerealiseerde resultaat over 2024 bedraagt € 0.

Risico’s en weerstandsvermogen

Actuele (externe) risico’s zijn o.a.:

  • Dat papierprijzen wereldwijd onder druk staan en dit gevolgen heeft voor de opbrengsten van oud papier en karton;
  • Dat de textielmarkt onder druk staat en dit gevolgen heeft voor de opbrengst van textiel;
  • Dat veranderende wet- en regelgeving leidt tot wijzigingen van de bedrijfsvoering of hogere kosten voor de eindverwerking van het afval (voorbeeld verbrandingsbelasting);
  • Wegvallen afzetmarkt Azië voor o.a. plastic en papier.

Door het ontbreken van reserves en voorzieningen heeft de AVU geen weerstandsvermogen. Alle in enig jaar gemaakte kosten worden aan de deelnemers doorberekend. Als gevolg hiervan kunnen schommelingen optreden in de jaarlijks te betalen bijdragen.

Ontwikkelingen

Als gevolg van de problematiek rond de lachgascilinders heeft de NVRD een procedure tegen de Staat gestart om (financiële) steun te eisen voor de honderdduizenden lachgascilinders die sinds het lachgasverbod in 2023 de gemeentelijke afvalinzameling verstoren. Van de lachgascilinders die momenteel in het afval gevonden worden worden, worden de kosten voor verwijdering, afvoer en verwerking doorbelast aan de desbetreffende gemeente. 

Verplichte Kengetallen Weerstandsvermogen

 

 

Realisatie 2023

Begroting 2024

Realisatie 2024

Netto schuldquote

0,2%

0%

0,0%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Solvabiliteitsratio

0%

0%

0,0%

Structurele exploitatieruimte

0,3%

0%

0,0%

 

Toelichting:

De netto schuldquote geeft de verhouding tussen de netto schulden en de inkomsten, oftewel (schulden – kortlopende vorderingen) / totale baten. De solvabiliteitsratio geeft de verhouding weer tussen het eigen vermogen en het totaal aan vreemd vermogen, dat is hier: (eigen vermogen / totaal vermogen) in %.

De AVU streeft naar een resultaat van 0, waarbij geen vermogen ontstaat. Hierdoor is dit kengetal in principe 0. De structurele exploitatieruimte geeft de verhouding weer tussen de structurele baten en de structurele lasten, in berekening: ((structurele baten - structurele lasten) + (structurele stortingen in reserves - structurele onttrekkingen uit reserves)) / totale baten. Doordat de AVU-lasten en opbrengsten 1 op 1 verrekend zou dit kengetal normaliter 0 moeten zijn. 

Beleidsprestaties

De AVU zorgt voor voldoende opslag- en verwerkingscapaciteit van afval- en grondstoffen die worden ingezameld in de gemeente.

Terug naar navigatie - Belastingsamenwerking Rivierenlanden (BSR)

Belastingsamenwerking Rivierenlanden (BSR)

Programma

Algemene dekkingsmiddelen

Vestigingsplaats

Tiel

Doel

Doel van de BSR is het behalen van financiële, kwalitatieve en procesmatige voordelen door professionalisering van de belasting. BSR zorgt voor het heffen en invorderen van gemeentelijke- en waterschapsbelastingen. Daarnaast zorgt de BSR voor de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken, het beheer en uitvoering van vastgoedinformatie en de uitvoering van de werkzaamheden BAG.

Deelnemers

De deelnemers zijn: de gemeenten Culemborg, IJsselstein, Maasdriel, Montfoort, Tiel, West Betuwe (fusiegemeente Geldermalsen, Lingewaal en Neerijnen), West Maas en Waal, Wijk bij Duurstede, de gemeenschappelijke regeling Avri (afvalverwijdering Rivierenland) en het Waterschap Rivierenland.  

Openbaar belang

Een goede en efficiënte heffing en invordering van de gemeentelijke belastingen. 

Bestuurlijk belang

Het college benoemt 1 lid en 1 plaatsvervangend lid in het Algemeen Bestuur. Wethouder Foekema is lid en wethouder Schell is plaatsvervangend lid. 

Financieel belang

De reguliere bijdrage voor 2024 bedraagt na begrotingswijziging € 737.000 , gebaseerd op de verrekening van de lasten en baten van de producten: heffen, innen, waarderen en BAG/WKPB. In werkelijkheid bedraagt de bijdrage        € 679.000, een voordeel van € 58.000. 

Evt. veranderingen in belang

N.v.t.  

Verhouding eigen

en vreemd vermogen

X € 1.000

01-01-2024

31-12-2024

Eigen vermogen

   325

      363

Vreemd vermogen

9.905

11.132

 

Resultaat

Het resultaat na resultaatbestemming is 0.

Risico’s

Weerstandsvermogen BSR

In 2009 is besloten dat er geen weerstandsvermogen bij BSR wordt gevormd. Dit betekent dat financiële risico's voor rekening komen van de deelnemers.

Belastingopbrengsten deelnemers

Risico’s met betrekking tot de belastingopbrengsten behoren niet tot de bedrijfsrisico’s van BSR. Deelnemers van BSR treffen, indien noodzakelijk, zelf een voorziening om risico’s inzake de belastingopbrengsten te kunnen afdekken. 

Ontwikkelingen

Op diverse terreinen hebben ontwikkelingen plaatsgevonden, waaronder:

  • Beoordeling Waarderingskamer van voldoende naar goed
  • 99% van de aanslagen worden opgelegd in het kalenderjaar waarop zij betrekking hebben
  • Het opnieuw verlengen van onze ISO 9001 certificering
  • Optimaal integreren BAG-en WOZ-processen
  • Belastingjaar 2021 operationeel afronden
  • Het inregelen van interne beheersing en kwaliteitszorg
  • Het uitvoeren van een Europese aanbesteding drukwerk en verzenddiensten
  • Het implementeren van het AFAS HR-en salarissysteem.

Verplichte Kengetallen

Weerstandsvermogen

 

Rekening

2023

Begroting

2024

Rekening

2024

Netto schuldquote

1,5%

4,0%

2,1%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen

-

-

-

Solvabiliteitsratio

3,2%

1,7%

3,2%

Structurele exploitatieruimte

0,0%

0,0%

0,0%

Beleidsprestaties

De BSR verricht de volgende werkzaamheden ten behoeve van IJsselstein:

  1. Heffing en invordering van lokale belastingen.
  2. De uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken, waaronder tevens wordt begrepen de administratie van vastgoedgegevens en het verstrekken van vastgoedgegevens aan de deelnemers en derden.
  3. Het behandelen van reacties van burgers en bedrijven naar aanleiding van de verzonden WOZ-beschikkingen en belastingaanslagen.
  4. Het leveren van informatie uit deze (basis) registraties aan de deelnemers voor zover de wettelijke voorschriften dit toestaan.
  5. Het opzetten en beheren van basisregistraties waaronder de BAG.

Op basis van de producten levert BSR de volgende prestaties. De prestaties worden periodiek gerapporteerd.

  1. Aanslagoplegging
  2. Bezwaar en Beroep
  3. Afhandeling binnen wettelijk gestelde termijn
  4. Invordering
  5. Van gegevens naar waarde.
Terug naar navigatie - GGD Regio Utrecht (GGDrU)

Gemeentelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGD)

Programma

Inkomen, jeugd en Wmo

Vestigingsplaats

Zeist

Doel

De GGD regio Utrecht heeft als doel om de taken uit te voeren, die bij of krachtens de Wet publieke gezondheid aan de colleges zijn opgedragen (Volksgezondheid basistaken).

De GGD regio Utrecht voert voor IJsselstein ook taken uit binnen de Jeugdgezondheidszorg (maatwerktaken). Dat omvat onder andere de consultatiebureaus en de schoolartsen.

Daarnaast voert de GGD regio Utrecht enkele specifieke toezichtstaken uit; toezicht op uitvoering door Wmo-zorgaanbieders, en toezicht op grond van de Wet Kinderopvang (Kinderopvang en gastouderbedrijven)

Deelnemers

De gemeenten Ronde Venen, Stichtse Vecht, Woerden, Montfoort, Oudewater, Lopik, IJsselstein, Vijfheerenlanden, Nieuwegein, Houten, Eemnes, Baarn, Bunschoten, Amersfoort, Soest, Leusden, Woudenberg, Veenendaal, Renswoude, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug, de Bilt, Bunnik, Zeist, Wijk bij Duurstede en de stad Utrecht.

Openbaar belang

De GGD  voert onderstaande taken voor de gemeente IJsselstein uit:

Basistaken


Gezondheidsbescherming

  • Infectieziektebestrijding (IZB)
  • TBC-bestrijding
  • Medisch milieukundige zorg
  • Technische hygiënezorg; advisering publieksevenementen
  • Seksuele gezondheid; SOA-bestrijding

 

Gezondheidsbevordering

  • Gezondheidsbeleid
  • Onderzoek, gezondheidsmonitor

Toezicht & Advies

  • Inspecties Kinderopvang

 

Crisisfunctie: advies en ondersteuning

 

Intensivering basistaken

 

Gezondheidsbescherming

  • Technische Hygiëne Zorg
  • Advisering Publieksevenementen

 

Gezondheidsbevordering

  • Lokaal onderzoek: Epidemiologische ondersteuning JGZ
  • Projectmanagement Gezondheidsbevordering

 

Toezicht & Advies

  • Inspectie Kinderopvang: Landelijke register
  • Kinderopvang en Lichte handhaving

Basistaken-plus

Gezondheidsbevordering

  • Seksuele gezondheid: Sense 

Toezicht & Advies

  • Forensische zorg
  • Inspecties tatoeage- en piercingshops (via derden)
  • Wmo toezicht

 

JGZ 0-18

  • Basistakenpakket

 

 

Maatwerk

Gezondheidsbevordering

  • Gezondheidsbevordering statushouders
  • Extra inzet gezondheidsbevordering
  • Meld- en Adviespunt ‘Bezorgd’
  • Woon Hygiënische Problematiek (WHP)

JGZ maatwerk

  • Stevig Ouderschap
  • Voor- en vroegschoolse educatie (VVE)
  • Intensivering Vroeghulp door JGZ
  • Convenant-beheer verwijsindex
  • Advisering vrijstelling leerplicht



JGZ Overige

  • Huisvesting

 

 

 

 

Bestuurlijk belang

Het college benoemt 1 lid en 1 plaatsvervangend lid in het Algemeen Bestuur. Voor IJsselstein heeft Wethouder Schell zitting in het algemeen bestuur als lid met wethouder Foekema plaatsvervanger.

Financieel belang

De jaarrekening 2024 van de GGDrU heeft een totale omvang van € 83,4 miljoen (inkomsten). Hiervan heeft € 55,4 miljoen betrekking op gemeentelijke bijdragen en vergoedingen.

In 2024 zijn de gerealiseerde kosten van de GGDrU voor de gemeente IJsselstein uitgekomen op (afgerond) € 1.669.000 (incl. € 271.000 maatwerk) De taken van de GGDrU vallen binnen het taakveld algemene volksgezondheidszorg en het taakveld jeugdgezondheidszorg 0-18 jaar. 

Voor Volksgezondheid algemeen zijn de totale kosten voor de gemeente IJsselstein uitgekomen op € 530.000. Daarvan is € 237.000 inwonersbijdrage voor de collectieve wettelijke taken, € 57.000 voor de inspecties kinderopvang, € 26.000 voor forensische zorg en € 199.000 voor de extra- en maatwerktaken die de GGD voor de gemeente uitvoert. Daarnaast zijn de kosten voor toezicht Wmo  uitgekomen op € 11.000.
Voor Jeugdgezondheid 0-18 jaar zijn de totale kosten voor de gemeente IJsselstein uitgekomen op € 1.139.000. Daarvan is € 1.053.000 inwonersbijdrage voor de collectieve wettelijke taken JGZ 0-18 jaar (incl. het rijksvaccinatieprogramma) en € 86.000 voor extra taken. De extra taken jeugdgezondheid bestaan onder andere uit convenantbeheer verwijsindex en project stevig ouderschap.

 

Evt. veranderingen

in een belang

Niet van toepassing.

Verhouding eigen en vreemd vermogen

 

 

1-1-2024

31-12-2024

Eigen vermogen

4.618.536

6.216.567

Vreemd vermogen

       32.285.913

36.090.647

 

Resultaat

Het jaarresultaat over 2024 sluit met een positief saldo van 2,5 miljoen

euro. Het resultaat wordt toegevoegd aan de reserves van GGDrU. Dit zal worden toegelicht in de jaarrekening van GGDrU.

Risico’s

De deelnemende gemeenten staan garant voor de betaling van rente en aflossing van de geldleningen en rekening-courant schulden die door de GGD zijn aangegaan. De garantstelling door de deelnemende gemeenten is naar verhouding van de inwonertallen op 1 januari van het jaar waarin de garantieverplichting tot stand is gekomen.

De GGD stelt elke vier maanden een rapportage op. Hierin wordt gerapporteerd over de uitvoering van de taken, de financiën en de bedrijfsvoering. Vanaf 2018 wordt tevens elke vier maanden een gemeentelijke rapportage opgesteld waarmee de inhoudelijke en financiële verantwoording voor onze gemeente gedurende het boekjaar plaats vindt.

Op basis van de risico-inventarisatie door de GGD is de benodigde weerstandscapaciteit 1.661.000. De beschikbare weerstandscapaciteit is  2.486.000. Daarmee komt de verhouding op 1: 1,50. Hiermee zijn de financiële risico’s eind 2024 voldoende afgedekt.

Ontwikkelingen

GALA/IZA

Om te zorgen dat alle Nederlanders die dit nodig hebben zorg kunnen blijven ontvangen, zijn in het Integraal Zorg Akkoord (IZA) afspraken gemaakt over samenwerking, preventie en het versterken van de eerstelijnszorg. En in het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) bouwen we aan het fundament voor een gerichte lokale en regionale aanpak op het gebied van preventie, gezondheid en sociale basis. Een beweging naar de voorkant is nodig, de urgentie is groot met als stip op de horizon een gezonde generatie in 2040.
GGDrU heeft gemeenten ondersteund in deze ontwikkeling, door het beschikbaar stellen van monitoringsinformatie, advisering op de GALA plannen en het Regioplan en coördinatie van regionale en/of lokale aanpak van bijvoorbeeld valpreventie.

Verplichte Kengetallen Weerstandsvermogen

 

 

Rekening 2023

Begroting 2024

Rekening 2023

Netto schuldquote

7,1%

12,6%

4,8%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen

7,1%

12,6%

4,8%

Solvabiliteitsratio

12,5%

9,7%

14,7%

Structurele exploitatieruimte

0,0%

0,0%

0,0%

 

Toelichting

De solvabiliteitsratio stijgt iets ten opzichte van begroting door een stijging in het eigen vermogen wat wordt veroorzaakt dor lagere dan begrote onttrekkingen uit de (bestemmings)reserves en het behaalde positieve resultaat

 

Beleidsprestaties

De prestatie van de GGD valt uiteen in 2 beleidsvelden: Volksgezondheidszorg en Jeugdgezondheidzorg. Beide zijn onderdeel van programma 5 van de begroting.

De gewenste beleidsprestaties voor de 2 beleidsvelden zijn in meer detail te lezen in de nota Ijsselstein Gezond en Vitaal 2021-2025. Het is onze missie om samen met inwoners en samenwerkingspartners ervoor te zorgen dat iedereen in IJsselstein de mogelijkheid heeft om gezonde en vitale keuzes te maken. Om goed in te kunnen spelen op de (gezondheids-)ontwikkelingen van de komende jaren, focust dit beleid op:

  • Preventie: Vroegtijdige signalering en inzet om de gevolgen van gezondheidsrisico’s te verminderen en te voorkomen.
  • Verantwoordelijkheid: Inwoners zijn zelf verantwoordelijk voor de keuzes die zij maken met betrekking tot hun gezondheid en vitaliteit.
  • Normaliseren: Iedereen krijgt in het leven te maken met tegenslagen die de gezondheid en vitaliteit kunnen beïnvloeden. Dit hoort bij het leven. Hierbij willen we niet onnodig etiketten of labels te plakken.
  • Faciliteren: De gemeente en haar partners maken het mogelijk dat inwoners gezonde en vitale keuzes kunnen maken.
  • Stimuleren: Gezamenlijke inzet van gemeente, professionals en inwoners om inwoners te stimuleren meer gezonde en vitale keuzes te maken.
  • Ondersteunen: Wanneer het op eigen kracht niet (meer) gaat kunnen inwoners op ondersteuning of hulp rekenen.

De nota bevat de volgende 4 thema’s:

  • Gezonde Leefstijl
  • Vitale Stad
  • Mentale Gezondheid
  • Vitaal van jong tot oud

De GGD levert de algehele basis aan preventieve gezondheidszorg en voert, in samenwerking met de gemeente Ijsselstein en partners, projecten en programma’s uit om doelstellingen binnen de thema’s te realiseren.

De prestatie die in de jeugdgezondheidszorg geleverd moet worden is via het wettelijke JGZ-basis-pakket, vastgelegd door de minister. Hiernaast worden er extra diensten ingekocht die jaarlijks vastgelegd worden in een maatwerkovereenkomst.

Terug naar navigatie - Recreatieschap Stichtse Groenlanden (RSG)

Recreatieschap Stichtse Groenlanden (RSG)

Programma

Onderwijs, sport en cultuur

Vestigingsplaats

Utrecht

Doel

De regeling is in 1999 getroffen om de belangen van de deelnemende gemeenten te behartigen bij de recreatie (openlucht) en de bescherming van natuur en landschap in de deelnemende gemeenten.

Het RSG heeft onder andere de taak om de inwoners van de stadsregio Utrecht een gevarieerd aanbod aan recreatievoorzieningen in de openlucht te bieden dat aansluit op de vraag van de regionale bevolking.

Deelnemers

De gemeenten De Bilt, Houten, Lopik, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Woerden, De Ronde Venen, IJsselstein en de provincie Utrecht.

Openbaar belang

Het RSG behartigt de belangen van de dagrecreatie in het landelijk gebied, waarbij de zorg voor natuur en landschap een belangrijke plaats inneemt.

Het schap ontwikkelt, beheert en onderhoudt diverse dagrecreatieterreinen, paden en bruggen. Daarnaast maakt het schap allerlei vormen van recreatie mogelijk. Zoals bijvoorbeeld wandelen, fietsen, paardrijden en kanovaren.

Het schap regelt verder met name bezig met de zogenaamde basisvoorzieningen. Dit zijn algemene voorzieningen, die gratis en vrij toegankelijk zijn. Voorbeelden hiervan zijn fiets- en wandelpaden in de natuurgebieden.

Bestuurlijk belang

De raad benoemt 2 leden en 2 plaatsvervangende leden in het Algemeen Bestuur. Raadslid C.J. Koehorst en wethouder Tas zijn lid. Wethouder Bekker en raadslid R.C. Koehorst zijn plaatsvervangend lid. 

Financieel belang

In 2018 is de gemeente De Ronde Venen toegetreden tot de regeling. Besloten is dat de financiële huishouding binnen het recreatieschap voorlopig wordt gescheiden in 2 delen: het werkgebied van Stichtse Groenlanden van voor 2018 (programma A) en het werkgebied de Vinkeveense Plassen (programma B) dat de gemeente De Ronde Venen heeft ingebracht. 

In 2024 heeft IJsselstein € 155.000 bijgedragen aan programma A van het recreatieschap, gebaseerd op een vast bedrag per inwoner.  Programma B Vinkeveense Plassen ontvangt deelnemersbijdragen van Provincie Utrecht en gemeente De Ronde Venen. De gemeente IJsselstein draagt niet bij aan programma B.

Evt. veranderingen in een belang

Niet van toepassing in 2024.

Verhouding eigen en vreemd vermogen

 

31-12-2023

31-12-2024

Eigen vermogen

€3.911.724

€3.894.908

Vreemd vermogen

€7.118.395

€7.414.648

 

Resultaat

Het boekjaar 2024 sluit met een voorlopig positief resultaat van €341.156.  Hiervan is €272.248 toe te schrijven aan SGL-A en €68.908 toe te schrijven aan SGL-B. Ten opzichte van de begroting 2024 is het behaalde resultaat zo’n €610.000 hoger. Hier ligt voornamelijk aan ten grondslag dat de begroting beleidsarm is opgesteld aan de hand van indexering van voorgaande jaren. Gebleken is echter, dat dit voor een aantal posten niet meer in lijn ligt met de werkelijkheid. Zo is de gerealiseerde opbrengst van huren en erfpachten significant hoger, evenals de vergoedingen voor ontheffingen en evenementen bij SGL-A.

Risico’s

Als het weerstandsvermogen van het recreatieschap onvoldoende is, kunnen van de deelnemers hogere bijdragen worden verlangd.  Daarnaast hebben de risico’s van het recreatieschap met name betrekking op de realisatie van de in de begroting opgenomen opbrengsten en exploitaties van de recreatieterreinen. Het financiële handelen van Staatsbosbeheer (de beheer- en uitvoeringsorganisatie) is van invloed op de financiën van het recreatieschap. De samenwerking met SBB wordt gemonitord en geëvalueerd om zodoende zicht te houden dat de uitvoering binnen het beleid en de financiële kaders past van het schap.  

Ontwikkelingen

Het recreatieschap heeft de uitvoering van zijn werkzaamheden - Beheer & Onderhoud, Toezicht &Handhaving, Exploitatie, Bedrijfsvoering en Bestuursondersteuning - belegd bij SBB. Recreatieschap Midden-Nederland was tot 1 januari 2023 de uitvoeringsorganisatie voor recreatieschap Stichtse Groenlanden, Plassenschap Loosdrecht e.o. en Routebureau Utrecht.

Momenteel wordt er door SBB gewerkt aan een plan van aanpak voor een vierjarig-uitvoeringsplan in relatie tot de toekomstvisie.  Het ontwikkelen van een Terreinbeheermodel maakt hier ook deel vanuit. Dat moet inzicht geven in de  huidige staat van onderhoud van de recreatiegebieden en de kosten die met het onderhoud  en een bepaald beeldkwaliteitsniveau gemoeid zijn.  Dat moet financiële en beleidsmatige kaders geven vanaf 2025.  2024 geldt nog als transitiejaar. De verwachte (financiële) impact hiervan op de gemeente zal in de loop van 2025 duidelijk worden.

Verplichte Kengetallen Weerstandsvermogen

 

Rekening 2023

Rekening 2024

Netto schuldquote

17%

17%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen

17%

17%

Solvabiliteitsratio

35%

34%

Structurele exploitatieruimte

2%

0.2%

Beleidsprestaties

In de economische visie van IJsselstein vormt de basis voor de beleidsprestaties van RSG. Recreatie draagt volgens de economische visie bij aan ‘beleving’ van de stad IJsselstein.

Dit is vervolgens concreet vertaald naar (1) het versterken van de identiteit door positionering in het Groene Hart. En naar (2) versterken van de samenhangende recreatieve groenstructuur rondom Utrecht (met partners waaronder het recreatieschap) onder andere via investering in het Hollandsche IJsselgebied aan de Noord IJsseldijk en het behouden van goed verbindingen met de Nedereindse plas en de Lek- en IJsseldijk.

 

Terug naar navigatie - Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard (RHC)

Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard (RHC)

Programma

Onderwijs, sport en cultuur

Vestigingsplaats

Woerden

Doel

Het beheer van de archieven in de archiefbewaarplaatsen en het toezicht op het beheer van de archiefstukken voor zover deze niet naar een archiefbewaarplaats zijn overgebracht.

Deelnemers

Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Lopik, Montfoort, Oudewater, Woerden en IJsselstein.

Openbaar belang

Op grond van de Archiefwet moeten besturen van overheden ervoor zorgen dat hun archieven in goede en geordende staat verkeren. Dit wordt uitgevoerd door archiefdiensten. Op grond van diezelfde wet zijn alle overheidsarchieven van 20 jaar en ouder in principe openbaar en voor iedereen kosteloos te raadplegen.  De gemeenten en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden werken onderling samen met het doel om aan de Archiefwet 1995 te voldoen (waaronder het bepaalde in art. 32, lid 1 en 2, en artikel 37, lid 1 en 2).

Bestuurlijk belang

De regeling heeft één bestuur. Dit wordt de Archiefcommissie genoemd. Het college benoemt 1 lid en 1 plaatsvervangend lid in dit bestuur. Burgemeester Jongerius is lid en wethouder Foekema plaatsvervanger.

Financieel belang

Voor boekjaar 2024 is de bijdrage €159.000 (waarvan € 10.000 teruggevraagd kan worden uit het BTW-compensatiefonds).

Evt. veranderingen in een belang

Niet van toepassing.

Verhouding eigen en vreemd vermogen

Het RHC heeft geen eigen en vreemd vermogen.

Resultaat

De jaarrekening 2024 van het RHC zal in juni door de Archiefcommissie worden vastgesteld. Hierdoor is het definitieve resultaat nog niet bekend.

Risico’s

RHC heeft geen weerstandsvermogen. Financiële risico's zijn voor rekening van de deelnemers. 

De risico’s ten aanzien van deelname zijn beperkt. Het RHC levert in het algemeen de prestaties, die we van haar verwachten. 

Ontwikkelingen

De jaarrekening 2024 van RHC zal in juni door de Archiefcommissie worden vastgesteld.  Hierdoor zijn de ontwikkelingen vanuit de jaarrekening van het RHC nog niet beschikbaar.

Hier buiten zien wij geen ontwikkelingen die een significante impact hebben op de gemeente.

Verplichte Kengetallen Weerstands-vermogen

Het RHC heeft geen balanspositie en dus geen kengetallen.

Beleidsprestaties

Het RHC voert de Archiefwet uit voor de bij het RHC aangesloten gemeenten en het hoogheemraadschap. De missie van het RHC is om burgers en bestuur te voorzien van betrouwbare historische informatie over het werkgebied op basis van archieven en collecties die het RHC beheerd. Daarnaast waakt het RHC vanuit de inspectietaak over de duurzame toegankelijkheid van de archieven.

 

Terug naar navigatie - Reinigingsbedrijf Midden Nederland (RMN)

Reinigingsbedrijf Midden Nederland (RMN)

Programma

Wonen en ruimte

Vestigingsplaats

Soest

Doel

Deze gemeenschappelijke regeling heeft als doel het realiseren van een effectieve, efficiënte en kwalitatief hoogwaardige en klantgerichte uitvoering van de afval- en reinigingstaken voor alle deelnemende gemeenten.

Deelnemers

De gemeenten Baarn, Bunnik, IJsselstein, Nieuwegein, Soest en Zeist.

Openbaar belang

RMN voert de volgende taken voor de gemeente uit:

  • verzorgen van grondstof- en afvalbeheer door middel van inzameling; 
  • verzorgen  van grondstof- en afvalbeheer door middel van het beheren van milieustraten; 
  • mechanisch straatvegen en handvegen, het verwijderen van zwerfafval op grijs, verzorgen van onkruidbestrijding, het reinigen van honden uitlaatstroken, het legen van prullenbakken, legen en reinigen van kolken;
  • verzorgen van gladheidbestrijding en 
  • verzorgen van plaagdierbestrijding. 

Dit zijn de basistaken van de regeling. In 2024 worden geen additionele taken meer geleverd door de RMN aan de gemeente.

Bestuurlijk belang

 Het college benoemt 1 lid en 1 plaatsvervangend lid in het Algemeen Bestuur. Wethouder Bekker is lid en wethouder Tas plaatsvervanger.

Financieel belang

De kosten van de taken worden bij de deelnemers in rekening gebracht. De begroting bestaat uit vaste kosten (bv de uren van de medewerkers) en verrekenbare kosten (bv op basis van aangeboden tonnages afval). De baten en lasten van de AVU zijn opgenomen in de begroting van RMN. 

Op basis van de concept jaarrekening 2024 zijn de volgende bedragen opgenomen als gerealiseerde kosten voor de gemeente IJsselstein (incl. de AVU):

Basistaken:

Afvalverwerking:       € 4.129.000    (afvalinzameling en beheer recyclestation);

Overige taken:          € 1.290.000    (gladheid-, en plaagdieren- en onkruidbestrijding, kolkenreiniging en straatreiniging etc.);

Een overschot of tekort op de afvalverwerking wordt in de jaarrekening van de gemeente geëgaliseerd met de egalisatiereserve afvalstoffenheffing.

Evt. veranderingen

in een belang

-

Verhouding eigen en vreemd vermogen

 

1-1-2024

31-12-2024

Eigen vermogen

249.000

2.421.000

Vreemd vermogen

25.776.000

27.037.000

Resultaat

De jaarrekening sluit met een saldo van € 2.188.000. IJsselstein ontvangt hiervan een teruggave van ongeveer € 350.000 over de bijdrage 2024.

Risico’s en weerstandsvermogen

De deelnemende gemeenten dragen voor de basistaken naar evenredigheid bij. Dit geldt ook voor de financiële risico's die uit de basistaken voortkomen. De voordelen en nadelen van de additionele taken zijn volledig voor de afnemende deelnemer.

De weerstandscapaciteit wordt berekend uit de posten: algemene reserve, bestemmingsreserve en de stille reserves en bedraagt ultimo 2024 € 233.000. Het bestuur van RMN heeft bepaald dat de verrekensystematiek zo wordt vormgegeven dat de werkelijke kosten worden afgerekend en er geen bedrijfsresultaat achter blijft. Het bovengenoemde resultaat is gebaseerd op de concept het jaarstukken en dus onder voorbehoud.

In de begroting van de RMN worden ook risico’s beschreven met een inschatting van de kans op het risico, inclusief een bedrag eraan gekoppeld. Veel risico’s zijn grotendeels afgedekt door het onderbrengen ervan bij solide verzekeraars en door het voeren van een gericht beleid om de risico’s te beperken. De belangrijkste beheersing zit echter op het verbeteren van het inzicht in de beheersmaatregelen en het sturen op de uitvoering  van de maatregelen binnen de bedrijfsvoering RMN.

Omdat er sprake kan zijn van onzekere omstandigheden en het soms niet mogelijk is risico's voldoende te beheersen, is een post onvoorzien in de begroting 2024 opgenomen van € 200.000.  Voor 2025 is wederom een post onvoorzien opgenomen in de begroting.

Ontwikkelingen

Op 16 februari 2022 heeft het algemeen bestuur van RMN het Meerjarenbeleidsplan 2022-2025 en het Verbeterplan Basis op orde, samen bouwen aan RMN vastgesteld. Het onderdeel sturing en beheersing van de financiën voorziet in een projectmatige aanpak met duidelijke doelen, producten en mijlpalen. Dit is gericht op structurele verbetering van met name de managementinformatie, bedrijfsvoeringprocessen en de P&C-cyclus, waarbij de begroting dient aan te sluiten bij de uitvoering van werkzaamheden. Momenteel implementeert RMN dit verbeterplan. In 2024 is er gewerkt aan de volgende punten:

  • Onderdelen gerealiseerd in de bedrijfsvoering: implementeren van de nieuwe organisatiestructuur inclusief compleet managementteam, opstellen van functieprofielen en loopbaanpaden en (opnieuw) vastleggen procesbeschrijvingen;
  • Inrichten financiële administratie;
  • Automatiseren van P&O processen;
  • Herinrichten website;
  • In samenwerking met de gemeenten  instellen van tariefstelling voor het wisselen van containers en opnieuw verstrekken van afvalpassen;

In 2024 heeft het dagelijks bestuur voor de eerste keer een rechtmatigheidsverklaring afgegeven in goed overleg met de accountant. 

Verplichte Kengetallen Weerstandsvermogen

 

 

Rekening 2023

Begroting 2024

Rekening 2024

Netto schuldquote

67,6%

61,6%

63,9%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen

67,6%

61,6%

63,9%

Solvabiliteitsratio

0,8%

1,4%

0,8%

 

Toelichting:

De netto schuldquote geeft de verhouding tussen de netto schulden en de inkomsten, oftewel (schulden – kortlopende vorderingen) / totale baten. De solvabiliteitsratio geeft de verhouding weer tussen het eigen vermogen en het totaal aan vreemd vermogen, dat is hier: (eigen vermogen / totaal vermogen) in %.

Beleidsprestaties

 

Met het Meerjarenbeleidsplan RMN 2022-2025 ‘basis op orde, samen bouwen aan RMN’, vastgesteld in februari 2022, wordt in 2024 belangrijke stappen gezet in de doorontwikkeling van RMN. RMN heeft als scope producten en (advies-)diensten te leveren, die gerelateerd zijn aan: 
•    Het inzamelen van grondstoffen en restafval huis aan huis
•    Het inzamelen van grondstoffen en restafval via recyclestations
•    Het beheren van een schone, hele en veilige buitenruimte

 

Terug naar navigatie - Omgevingsdienst regio Utrecht (ODRU)

Omgevingsdienst regio Utrecht (ODRU)

Programma

Wonen en ruimte

Vestigingsplaats

Utrecht

Doel

De ODRU ondersteunt en adviseert inwoners op het gebied van milieuvergunningen en is gespecialiseerd in milieutoezicht en -handhaving als het gaat om veiligheid, lucht, geluid, energie, afval en bodem. De experts van de ODRU werken in opdracht van de gemeente IJsselstein op het gebied van milieu en de Omgevingswet. De ODRU is adviseur van de gemeente waarin we wonen en werken nog veiliger, duurzamer en gezonder maken. 

 

Deelnemers

De eigenaar-gemeenten zijn: de gemeenten Bunnik, De Bilt, De Ronde Venen, Montfoort, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vijfheerenlanden, Wijk bij Duurstede, Woerden, IJsselstein en Zeist.

Openbaar belang

Een juiste en efficiënte uitvoering van de taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving.

Bestuurlijk belang

Het college benoemt 1 lid en 1 plaatsvervangend lid in het Algemeen Bestuur. Wethouder Bekker is lid en wethouder Tas plaatsvervanger. Daarnaast is wethouder Bekker lid van het Dagelijks Bestuur. 

Financieel belang

Bestuur en management van ODRU zetten zich ervoor in ODRU in te richten als een flexibele, dienstverlenende organisatie met beperkte financiële risico's voor de deelnemers/eigenaar gemeenten. De formatie is afgestemd op gegarandeerde omzet. Aanvullende omzet wordt verricht door inhuur en uitbesteding. Functies worden alleen ingevuld wanneer dit past binnen de behoefte aan kennis en capaciteit. ODRU hanteert hiervoor een strategische personeelsplanning.

De gemeente IJsselstein heeft in 2024 20.062 uren (gecontracteerd 20.180) afgenomen van de ODRU. De ODRU werkt vraaggestuurd en in 2024 zijn iets minder uren nodig geweest dan vooraf ingekocht.  De totale bijdrage aan de ODRU in 2024 komt hiermee uit op ongeveer 2,3 miljoen Euro.

Evt. veranderingen in een belang

Niet van toepassing.

Verhouding eigen en vreemd vermogen

 

1-1-2024

31-12-2024

Eigen vermogen

475.000

1.710.000

Vreemd vermogen

5.889.000

6.584.000

Resultaat

Het jaarrekeningresultaat 2024 is €843.228 positief. Het positieve resultaat is voornamelijk veroorzaakt door lagere lasten en hogere baten. Bij de lasten gaat het dan om lagere inhuur en uitbesteding van personeel. Bij de overige baten gaat het o.a. om de niet begrote rente-inkomsten. 

Risico’s

Het algemene risicobeeld is niet veranderd ten opzichte van vorig jaar. De eerder beschreven mondiale ontwikkelingen zijn gelijk gebleven, zoals de spanningen tussen Rusland en het westen. De krapte op de arbeidsmarkt is onverminderd groot, waardoor er structureel tekort aan gekwalificeerd personeel is. 

Ondanks de inwerkingtreding van de Omgevingswet en de gedeeltelijke inwerkingtreding van de Wet kwaliteitsborging, geeft de uitwerking ervan nog onzekerheden. 

Verder geldt dat de verhouding tussen kosten en opbrengsten (leges) uit vergunningen een risico vormt voor de gemeente. Hiervoor verwijzen wij naar de risicoparagraaf waar dit verder is toegelicht.

Ontwikkelingen

ODRU heeft in 2024 het traject van de routekaart naar een fusie van de RUD en ODRU voortgezet. Fase 1 is afgerond, waarmee de basis is gelegd voor het verder inrichten van de nieuwe omgevingsdienst in fase 2. Deze fase is inmiddels gestart en loopt volgens planning.

Verder is er een begin gemaakt aan het uitwerken van besparingsopties in de bedrijfsvoering van de ODRU. Ook is er in samenwerking met verschillende partijen gewerkt aan de nieuwe regionale U&H strategie, wat tot meer uniformiteit moet resulteren in de uitvoering van VTH-taken door de omgevingsdienst. In 2025 verder wordt uitgewerkt en zal beoogd begin 2026 in werking treden. 

Verplichte Kengetallen Weerstands-vermogen

 

Rekening  2023

bijgestelde Begroting  2024

Rekening 2024

Netto schuldquote

-3,63%

4,61% -9,02%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen

-3,63%

4,61% -9,02%

Solvabiliteitsratio

7,46%

8,67% 21,16%

Structurele exploitatieruimte

8,80%

0,00% 0,00%
  • De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van ODRU ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie.  De schuldquote van -9,02% in 2024 is verbeterd ten opzichte van die van -3,63% in 2023. De positie is goed te noemen en ook beter dan begroot. 
  • Solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de ODRU in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de ratio, hoe groter de weerbaarheid van de ODRU. De solvabiliteit is hoger dan vorig jaar door het veel betere jaarresultaat.  
  • Om te zien hoe groot de structurele exploitatieruimte is, kijken wij naar de structurele baten en lasten en vergelijken deze met de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten te dekken.  Het kengetal is 0,00% en geeft daarmee aan dat de ODRU een financieel stabiele organisatie is in de zin dat de structurele baten de structurele lasten kunnen opvangen.  

Beleidsprestaties

De ODRU voert voor de gemeente IJsselstein de volgende taken uit:

  1. Omgevingswet, vergunningverlening, toezicht, handhaving en uitvoeringsbeleid
  2. Monumentenwet
  3. APV in het kader van de Omgevingswet, vergunningverlening en handhaving
  4. Huisnummerbesluiten
  5. Winkeltijdenwet, vergunningverlening, toezicht en handhaving
  6. Duurzaamheid, uitvoeringsbeleid
  7. Wet Bodembescherming, wettelijke taak en uitvoeringsbeleid,
  8. Wet Geluidhinder, wettelijke taak en uitvoeringsbeleid

Per jaar wordt een uitvoeringsprogramma (UVP) vastgesteld waarin alle producten die de gemeente afneemt, opgenomen zijn. Dit UVP is gebaseerd op de Productdienstencatalogus van de ODRU. Op basis van dit UVP en de daarmee samenhangende dienstverleningsovereenkomst vindt periodieke monitoring op de uitvoering plaats.

 

Terug naar navigatie - VeiligheidsRegio Utrecht (VRU)

Veiligheidsregio Utrecht (VRU)

Programma

Openbare orde en veiligheid

Vestigingsplaats

Utrecht

Doel

Het doel van de VRU is om de kwaliteit van de rampenbeheersing, crisisbeheersing en noodhulpverlening in de regio Utrecht te verbeteren. Door een intensieve samenwerking tussen gemeenten en de diverse hulpdiensten ontstaat een organisatie die bestuurlijk en operationeel gezien slagvaardig kan optreden bij crisisbeheersing en rampenbestrijding.

Deelnemers

Alle gemeenten in de Provincie Utrecht

Openbaar belang

Adequate rampen- en crisisbeheersing. Ter behartiging van dit belang vervult de veiligheidsregio vier kerntaken:

  1. Het ondersteunen en beheren van de regionale brandweerzorg, bevolkingszorg en de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR);
  2. Het samen met de politie inrichten en in stand houden van een gemeenschappelijke meldkamer (GMU);
  3. Het geven van adviezen over actie en preventie aan de gemeentebesturen;
  4. De voorbereiding van de crisisbeheersing en rampenbestrijding.

Bestuurlijk belang

Het Algemeen Bestuur bestaat uit de burgemeesters van de deelnemende gemeenten (artikel 11 lid 1 Wet veiligheidsregio’s).

Financieel belang

De bijdrage van de gemeente voor 2024 bedraagt  € 2.012.000. (vastgestelde geactualiseerde begroting VRU 2024, incl. aanvullend takenpakket).

Evt. veranderingen in een belang

Geen

Verhouding eigen en vreemd vermogen

 

1-1-2024

31-12-2024

Eigen vermogen

28.319.000

35.468.000

Vreemd vermogen

65.218.000

70.240.000

 

Resultaat

Het resultaat over 2024 bedroeg 7.3 miljoen Euro. De VRU heeft voorgesteld om 4,8 miljoen terug te storten naar de deelnemende gemeenten.

Risico’s

In het algemeen geldt dat aan het aangaan van een gemeenschappelijke regeling ‘systeemrisico’s’ verbonden zijn. Voor sturing op beleid van de gemeenschappelijke regeling zijn de deelnemende gemeenten deels afhankelijk van besluitvorming in het AB, wat impliceert, dat gemeentelijke invloed beperkt is. Tegelijkertijd dragen deelnemende gemeente de financiële risico's wanneer het weerstandsvermogen van de regeling onvoldoende blijkt.

Op basis van de risico-inventarisatie door de VRU is de benodigde weerstandscapaciteit 2.609.000. De beschikbare weerstandscapaciteit is € 1.409.000. Om het weerstandsniveau op het gewenste niveau te brengen is een storting van 1,2 miljoen noodzakelijk. De VRU gebruikt het resultaat 2024 om dit te doen.

Omgevingswet

De Omgevingswet is per 1 januari 2024 ingevoerd. Het Rijk en de bestuurlijke partners hebben afspraken gemaakt over het monitoren en evalueren van de financiële gevolgen van de stelselherziening Omgevingsrecht. De inzet is dat de wet budgetneutraal wordt ingevoerd, waarbij de minister heeft afgesproken op zoek te gaan naar oplossingen als uit de financiële evaluatie blijkt dat de invoeringskosten substantieel hoger zijn dan eerder voorzien. Om de financiële gevolgen na invoering van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging bouwen (Wkb) te kunnen volgen heeft onderzoeksbureau Cebeon een landelijk monitoringsmodel ontwikkeld. In 2020 heeft Cebeon in opdracht van het NIPV al onderzoek gedaan naar de verwachte structurele meerkosten voor veiligheidsregio’s als gevolg van de stelselherziening Omgevingsrecht. Deze stelselherziening omvat zowel de Omgevingswet als de Wkb. De veiligheidsregio’s hebben geen extra middelen gekregen vanuit de rijksoverheid voor de structurele gevolgen van de stelselherziening.

Vrijwilligheid brandweerpersoneel

Het huidige brandweerstelsel is gebaseerd op een combinatie van vrijwillige en beroepsbrandweer, waarbij alle brandweermensen dezelfde taak- en opleidingsvereisten hebben. Vooral de kazernering en consignatie van vrijwilligers blijken echter strijdig met de Europese wetgeving (deeltijdrichtlijn). Volgens juridische experts ontstaat er een 'verplichtend karakter' wanneer vrijwilligers tegen een vergoeding in een gepland rooster werken (kazernering) of beschikbaar zijn (consignatie), waardoor ze aanspraak kunnen maken op dezelfde rechten als werknemers in loondienst. Dit omvat onder meer dezelfde uurlonen, pensioenopbouw en vakantiedagen.

Binnen de Veiligheidsregio Utrecht wordt op een aantal plaatsen gewerkt met roosters, piketten en kazernering van
vrijwilligers. In 2022 heeft een inventarisatie plaatsgevonden om de omvang voor de VRU in kaart te
brengen. Dit leverde het volgende beeld op:

  • 141 gekazerneerde vrijwilligers.
  • 441 geconsigneerde vrijwilligers en 43 vrijwillige piketfunctionarissen. 

Er vindt op landelijk niveau overleg plaats over een implementatieplan en de voorwaarden voor
invoering, inclusief mogelijke aanpassing van de arbeidstijdenwetgeving en aanvullende financiële
middelen. 

Overeenkomsten van opdracht voor eigen personeel (OVO’s)

Een deel van de instructiewerkzaamheden wordt op basis van een overeenkomst van opdracht (OvO) uitgevoerd. Ditzelfde geldt voor een beperkt aantal andere taken. De OvO’s worden meestal verstrekt aan VRU-medewerkers, die deze werkzaamheden vervullen naast hun reguliere werkzaamheden. Gelet op de aard en de omstandigheden van de werkzaamheden bestaat het risico dat er - ondanks de toepassing van de modelovereenkomst (inhuur) - feitelijke sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking. Dit kan arbeidsvoorwaardelijke en fiscale consequenties hebben. 

Uitgevoerde beoordelingen (beoordeling arbeidsrelatie externe inhuur) voor de instructiewerkzaamheden wijzen op een (fictieve) dienstbetrekking. Dit geldt in het bijzonder voor OvO’s die worden verstrekt aan eigen personeel. Mede om die reden is in 2021 en 2022 geprobeerd om de OvO’s voor eigen medewerkers af te bouwen. Er is onderzocht of er een wijze van verloning mogelijk is die past binnen de fiscale kaders, onze budgettaire ruimte en de arbeidsjuridische context. Helaas blijkt geen van de onderzochte mogelijkheden in de praktijk te matchen met het bijzondere karakter die onze vakbekwaamheid en daarmee uiteindelijk onze repressieve paraatheid vraagt. De werkwijze met OvO’s wordt ook gehanteerd bij andere veiligheidsregio’s. In dit licht is besloten om te werken naar een landelijke oplossing die aansluit op de ophanden zijnde ontwikkelingen in het landelijke brandweeronderwijs en de uitkomsten van de onderzoeken rond de mogelijke impact van de zaken rond het verplichtend karakter (vrijwilligheid). In de tussentijd blijft het nodig om een deel van de werkzaamheden op basis van een OvO door eigen medewerkers te laten verrichten, waarmee de arbeidsvoorwaardelijke en fiscale risico’s blijven bestaan.

Rijksbijdrage (BDuR)

In het Hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet is afgesproken dat per 2026 een groot deel van de specifieke uitkeringen wordt overgeheveld naar het gemeentefonds, waarbij een korting van 10% wordt toegepast. De rijksbijdrage (Brede Doeluitkering Rampenbestrijding, BDuR) is daar – per abuis – ook onder geschaard. Hiermee zou een einde komen aan de hybride financiering van de veiligheidsregio’s (gemeenten en rijk). Het idee achter de korting is dat een besparing kan worden gerealiseerd op de verantwoordingslast. Bij de rijksbijdrage is dit nagenoeg niet aan de orde, omdat dit bedrag in één keer als ontvangst wordt verantwoord via de ‘Single information Single audit (SiSa)’- systematiek, waardoor de verantwoordingslasten minimaal zijn.

De voorzitter van het Veiligheidsberaad heeft in juli jl. een brief over de BDuR-problematiek gestuurd naar de minister van Justitie en Veiligheid. In augustus heeft een gesprek plaatsgevonden tussen minister Van Weel, staatssecretaris Coenradie en vertegenwoordigers van het veiligheidsberaad. De minister heeft in dit gesprek bevestigd dat de afschaffing van de BDuR als specifieke regeling een onbedoeld effect is van het hoofdlijnenakkoord. De minister heeft toegezegd zich te zullen inzetten voor een oplossing. Door het Veiligheidsberaad is in oktober een brief gestuurd naar de Tweede kamer om aandacht te vragen voor dit onderwerp. Inmiddels heeft het kabinet besloten dat de BDuR blijft bestaan als specifieke uitkering en daarmee niet wordt overgeheveld naar het gemeentefonds. De korting van 10% is nog niet van de baan. De inzet van het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) is om in de voorjaarsnota 2025 duidelijkheid te geven hoe dit zal gaan uitwerken. Voor nu staat de korting vanaf 2026 verwerkt in de JenV.

De BDuR voor de VRU in 2026 is begroot op € 14,9 miljoen. Dit is inclusief de verhoging van de rijksbijdrage voor de versterking van de crisisbeheersing. De omvang van het eventuele effect/risico voor de VRU is nu gebaseerd op de korting van 10% die het Rijk heeft ingeboekt per 2026. De voordelige bijstelling als gevolg van de loon- en prijsbijstelling van de BDuR voor 2025 (€ 0,4 miljoen) is incidenteel verwerkt. Dit betekent dat wij het structureel voordeel van de loonen prijsbijstelling met ingang van 2026 nog kunnen inzetten voor afdekking van het risico van de korting van 10% op de BDuR. Hiermee resteert een risico van € 0,7 miljoen. 

CAO Regeling Vervroegd Uittreden

In de huidige CAO is een tijdelijke regeling voor vervroegd uittreden (RVU) opgenomen. Medewerkers die voor 1 januari 2029 de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, kunnen op basis van deze regeling eerder met pensioen te gaan. De VRU keert vervolgens een maandelijks bedrag uit totdat de medewerker de AOW-leeftijd heeft bereikt. Het financieel effect van de tijdelijke Regeling voor Vervroegd Uittreden (RVU) is persoonsgebonden en daarmee maatwerk. Dit betekent dat we hiervoor geen budget in de begroting 2025 hebben opgenomen. Bij de jaarafsluiting wordt bepaald welk bedrag in de RVU-voorziening moet zijn opgenomen om aan de betalingsverplichting te kunnen voldoen. De afspraak over deelname aan de RVU wordt, op basis van deze tijdelijke regeling, uiterlijk op 31 december 2025 vastgelegd.

Overige (onvoorzien) exploitatierisico’s

De veiligheidsregio kan worden geconfronteerd met onvoorziene kosten binnen het begrotingsjaar als gevolg van exogene ontwikkelingen (zoals premiestijgingen, claims, kostenfluctuaties die samenhangen met incidenten en crises). In de begroting van de VRU zijn geen posten voor onvoorziene uitgaven opgenomen.

Ontwikkelingen

In de Bestuursagenda VRU 2024-2027 is het beleid vastgelegd ten aanzien van de taken van de veiligheidsregio . De thema’s van de bestuursagenda VR -2027 zijn herkenbaar opgenomen in de het programmaplan en de paragrafen. 

De gemeenten staan financieel onder druk door een verwachte daling van de inkomsten uit het gemeentefonds. Dit dwingt veel gemeenten tot bezuinigingen. Verschillende gemeenten hebben dan ook in hun zienswijze gevraagd om rekening te houden met de financiële situatie van de gemeenten door de stijging van de gemeentelijke bijdrage te beperken of om besparingsopties in kaart te brengen. Tegelijkertijd wordt de veiligheidsregio steeds vaker langdurig ingezet, met name bij crises, terwijl wettelijke verplichtingen en veiligheidseisen toenemen. Daarnaast staat de veiligheidsregio voor grote uitdagingen door technologische en maatschappelijke veranderingen, krapte op de arbeidsmarkt, hoge inflatie, lange levertijden voor materieel en nieuwe risico’s zoals netcongestie, klimaatverandering, verduurzaming en geopolitieke spanningen. Om de taken te blijven uitvoeren en te anticiperen op nieuwe uitdagingen, zijn daarom ook investeringen noodzakelijk. In de afgelopen periode zijn daarom toekomstscenario’s ontwikkeld om investeringen en besparingsopties in kaart te brengen. In de komende periode worden de volgende onderzoeken uitgevoerd op verzoek van het algemeen bestuur (AB 2 december 2024): 

  1. Onderzoek naar de toekomstbestendigheid van de waterongevallenbestrijding. 
  2. Analyse naar de maatschappelijke en financiële kosten en baten van de AED-taak.
  3. Verkenning doorbelasten dienstverlening ambulancezorg.
  4. Verkenning doorbelasten dienstverlening liftopsluitingen.
  5. Verkennen samenwerkingsmogelijkheden.

Het algemeen bestuur heeft op 2 december 2024 derhalve besloten meer tijd te nemen voor de bespreking en onderbouwing van de toekomstscenario’s. Daarnaast heeft het bestuur opdracht gegeven een aanvullend scenario te ontwikkelen dat zich richt op een beperktere stijging van de gemeentelijke bijdrage, met als doel de nullijn de komende jaren zoveel mogelijk te handhaven.
Op 10 maart 2025 heeft het dagelijks bestuur, naar aanleiding van een aantal ingediende zienswijzen, geadviseerd om een aanvullend krimpscenario van -3% in beeld te brengen. Aangezien investeringen door externe factoren onvermijdelijk zijn, zullen deze twee scenario’s ingrijpende voorstellen bevatten die impact hebben op de primaire taken van de VRU. In dit kader is het onvermijdelijk om het sluiten van kazernes te berekenen en taken op het gebied van risicobeheersing te heroverwegen. Voor de bespreking van de bestuurlijk richtinggevende keuzes uit de toekomstscenario’s is een planning opgesteld voor 2025. Hierin worden ook de uitkomsten van de bestuurlijke opdrachten meegenomen, net als de bespreking van het nieuwe dekkingsplan en de scenario’s voor het beheer van de huisvesting.

Verplichte Kengetallen Weerstandsvermogen

 

Rekening 2023

Begroting 2024

Rekening 2024

Netto schuldquote

28,6%

54,4%

20,2%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen

28,5%

54.4%

20,2%

Solvabiliteitsratio

35,3%

23,2%

34,4%

Structurele exploitatieruimte

-0,5%

0,0%

-0,5%

Beleidsprestaties

Brandweer - Toekomstbestendige brandweerzorg

Brandweer

  • Start nieuw dekkingsplan
  • Doorontwikkeling geharmoniseerde roosters voor de 24-uursdiensten
  • Implementatie Uitruk op maat
  • Wijzigingen Inzetbepaling Brandweereenheden
  • Organiatie Brandweerberaad
  • Invoer tweewegpagers
  • In beeld brengen knelpunten bluswatervoorziening

Vakbekwaamheid

  • Doorontwikkeling brandweerschool
  • Onderzoek naar benodigde capaciteit vakbekwamheid
  • Opleidings- en oefenactiviteiten, specifiek voor de energietransitie

Vergroten arbeidsveiligheid d.mv. innovatie

  • Start proefperiode onderwaterdrone
  • Inzet van kleine dronges
  • Inrichten innovatieloket

Natuurbrandbeheersing en bestrijding

Actieplan met advies over meer preventieve maatregelen, hoe bij  te dragen aan veerkracht, passende repressieve slagkracht, regionaal en bovenregionaal.

Onze brandweermensen

  • Beroepskrachten mogen langer aan de VRU verbonden blijven
  • Bijdrage aan landelijke aanpak van mentale klachten

Risicobeheersing - Veilige en gezonde leefomogeving

Veilige leefomgeving

  • Doorontwikkeling van het actueel risicobeeld
  • Uitvoering aan de visie op natuurbrandbestrijding
  • Uitwerking van planregels voor omgevingsplannen
  • Vaststelling visie op Risicogericht werken
  • Verbetering samenwerking risicobeheersing en repressie
  • Implementatie nieuwe werkwijze evenementenveiligheid

Veerkrachtige redzame samenleving

  • Opzet programma veerkracht

Breed gezamenlijk netwerk

  • Inzet op rol van kennis- en netwerkmakelaar

Crisisbeheersing en GHOR - Versterking crisisbeheersing

Crisisbeheersing

  • Investering op veerkrachtige en schaalbare crisisorganisatie

GHOR

  1. Het in positie brengen van de nieuwe DPG op het gebied van opgeschaalde zorg.
  2. Het versterken van de samenwerking met het Netwerk Acute Zorg Midden Nederland.
  3. Het versterken van de adviestaak van de GHOR naar niet-acute zorgpartners.
  4. De implementatie van het beleid/proces crisisplannen van acute zorgpartners.
  5. Het verkennen van de huidige positie van GHOR vakbekwaamheid en de doorontwikkeling.
  6. Cyberveiligheid inrichten voor de GHOR en zorgketen.
  7. Het verder borgen van het zorgrisicoprofiel (ZRP) in de werkzaamheden van de GHOR.

 

Terug naar navigatie - Werk en Inkomen Lekstroom (WIL)

Werk en Inkomen Lekstroom (WIL)

Programma

Inkomen, jeugd en Wmo

Vestigingsplaats

Nieuwegein

Doel

Klantgerichte, rechtmatige, doelmatige en doeltreffende uitvoering van de wetten en regelingen waarvan de uitvoering is overgedragen aan de gemeenschappelijke regeling. Het gaat om taken die horen bij de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensondersteuning oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (BBZ) , minimabeleid, de Wet gemeentelijke  schuldhulpverlening, art. 21 en 22 van de wet op de Lijkbezorging en art. 1.13 van de Wet kinderopvang,

Deelnemers

De gemeenten Lopik, Nieuwegein, Houten en IJsselstein.

Openbaar belang

Adequate uitvoering van dienstverlening op het gebied van Werk en Inkomen aan inwoners waar de gemeente (wettelijk) voor verantwoordelijk is en waarvoor deze verantwoordelijkheid over is gedragen aan WIL.

Bestuurlijk belang

De gemeente is vertegenwoordigd in het Algemeen en Dagelijks bestuur. De raad benoemt 2 leden en 2 plaatsvervangende leden in het Algemeen Bestuur. Wethouder Schell en wethouder Foekema zijn lid,  wethouder Tas en wethouder Bekker zijn plaatsvervanger. Daarnaast is wethouder Schell lid van het Dagelijks Bestuur.

Financieel belang

De directe kosten (bijvoorbeeld bijstandsuitkeringen) van de diverse regelingen worden rechtstreeks toegerekend aan de gemeenten. Voor de indirecte kosten (uitvoering) draagt de gemeente bij op basis van een verdeelsleutel. 

De WIL hanteert sinds 2020 de nullijn als kaderstellend voor de begroting. Dat wil zeggen: WIL moet het doen met de middelen die vanuit de gemeenten beschikbaar worden gesteld. Tenzij WIL van de gemeenten tijdelijk of structureel extra mag inzetten op specifieke onderdelen. Dan is en ophoging van de begroting via een begrotingswijziging mogelijk. De kwaliteit en snelheid van de dienstverlening hebben prioriteit. Hiermee is sinds 2024 de nullijn minder principieel geworden en meer pragmatisch.

Op basis van de (concept) jaarrekening van WIL zal de bijdrage voor 2024 uitkomen op circa:

Programma Inkomen                                                          € 9.971.000 (cliëntgebonden kosten en uitvoeringskosten)

Programma Werk                                                               €    1.206.000 (cliëntgebonden kosten en uitvoeringskosten)

Programma Inkomensondersteuning                                 € 1.638.000 (cliëntgebonden kosten incl. maatwerk en uitvoeringskosten)

Uitvoeringskosten Overhead                                              € 1.967.000

 

Evt. veranderingen in een belang

Geen

Verhouding eigen en vreemd vermogen

 

 

1-1-2024

31-12-2024

Eigen vermogen

0

0

Vreemd vermogen

5.421.000

4.651.000

 

Resultaat

Eventuele saldo’s worden direct verrekend met deelnemende gemeenten.  WIL heeft hierdoor in principe altijd een resultaat en eigen vermogen van 0. Dit is ook in 2024 het geval.

Risico’s

WIL beschikt niet over eigen vermogen, dus risico’s met financiële gevolgen komen voor rekening van de deelnemende gemeenten.

WIL onderkent een aantal risico’s. De voornaamste (met classificering “hoog”) zijn:

  • Een hoog ziekteverzuim vanwege aanhoudende en soms te hoge werkdruk in combinatie met krapte op de arbeidsmarkt
  • Hogere regelings- en uitvoeringkosten. In de begroting WIL 2024 zijn de regelingskosten op basis van het aantal klanten berekend (voorlopig eindcijfer 2022 + 1% indexering)
  • Hogere uitkeringslasten indien meer mensen een beroep hier op doen.

Ontwikkelingen

Stijging Wettelijk minimumloon (WML): per 1 januari 2024 en juli 2024 is het wettelijk minimumloon vanuit het Rijk het verhoogd. Dat heeft directe gevolgen gehad voor WIL door bijvoorbeeld de verhoging van de uitkeringsnormen.

Stijging aantal klanten: het aantal inwoners van IJsselstein met bijstand is toegenomen van 484 eind 2023 naar 490 eind 2024. De regelingskosten op het gebied van inkomensondersteuning (o.a. bijzondere bijstand) zijn toegenomen door o.a. huisvesting van statushouders (taakstelling 2024 en het inhalen van de achterstand uit afgelopen jaren zijn gerealiseerd). 

Eind 2023 werd duidelijk dat er onvoldoende balans tussen opdracht, middelen en inzet.  Met de 1e  begrotingswijziging WIL is incidenteel meer budget beschikbaar gesteld voor meer personeel.  WIL en de WIL-gemeenten zijn vervolgens een proces gestart om richting 2025 de opdracht van WIL te actualiseren en de dienstverlening te herijken. Het resultaat hiervan is een ontwikkelagenda met actielijnen voor de korte en langere termijn gericht op het structureel in balans brengen en houden van opdracht, dienstverlening en financiën. Met daarbij een (kosten)effectieve en eigentijdse dienstverlening vanuit vertrouwen, eenvoud, maatwerk  en werken vanuit de bedoeling. En  een Meerjarenbeleidsplan WIL 2026-2028.

In 2023 zijn WIL, WerkwIJSS en de betrokken gemeenten gestart met de lange termijn verkenning sociale infrastructuur Lekstroom Werkt. Wat startte als een verkenning voor de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening  (Wsw) is in 2024 verbreed naar een verkenning naar een toekomstbestendige, duurzame uitvoering van de Wsw en Participatiewet.  Eind 2024 is deze verkenning afgerond en is een start gemaakt met de fase van ketenregie. Daarbij wordt vanuit de inhoud (wat is nodig voor onze inwoners) gewerkt aan een betere samenwerking tussen alle betrokken partijen. 

 

Verplichte Kengetallen Weerstands-vermogen

 

Rekening 2023

Begroting 2024

Rekening 2024

Netto schuldquote

-0,15%

-0,29%

-0,19%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen

-0,15%

-0,29%

-0,19%

Solvabiliteitsratio

0,00%

0,00%

0,00%

Structurele exploitatieruimte

0,00%

0,00%

0,00%

Beleidsprestaties

WIL heeft die taken uitgevoerd voor de deelnemende gemeenten waar gemeenten op grond van de volgende wetten toe verplicht zijn: Participatiewet; Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werklozen; Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; Minimabeleid; Besluit bijstandsverlening zelfstandigen; Wet gemeentelijke schuldhulpverlening; Wet kinderopvang (artikel 1.22 tot en met 1.28); Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

WIL zorgt in het kader van deze regelingen voor een adequaat aanbod van diensten aan inwoners. Wat betreft de taken op het gebied van werkdienstverlening uit de Participatiewet is een deel van de uitvoering gedaan door de werkcoaches uit het Lokaal Werkteam IJsselstein-Lopik. De werkcoaches zijn in dienst van WIL.

Daarnaast heeft WIL werkzaamheden uitgevoerd in het kader van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) op basis van een dienstverleningsovereenkomst (DVO) en de leefgeldregeling voor Oekraïners.

Stichtingen en verenigingen

Terug naar navigatie - Stichting Inkoopbureau Midden Nederland (IBMN)

Stichting Inkoopbureau Midden Nederland (IBMN)

Programma

Overhead

Vestigingsplaats

Vianen

Doel

IBMN stelt deelnemers in staat om te besparen en maximaal sociale en maatschappelijke meerwaarde te realiseren door middel van hun inkoopprojecten. IBMN biedt professionele en deskundige inkoopondersteuning op een manier die nauw aansluit bij de individuele wensen van de deelnemer.

Deelnemers

IJsselstein, Leusden, Molenlanden, Montfoort, Scherpenzeel, Vijfheerenlanden, Woudenberg, Avres, Reinigingsbedrijf Midden Nederland (RMN), Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug (RSDKRH).

Openbaar belang

Rechtmatig en transparant inkopen en aanbesteden.

Bestuurlijk belang

Het bestuur bestaat volgens de statuten uit de gemeentesecretarissen van de samenwerkende gemeenten. De locosecretaris is de formele plaatsvervanger.

Financieel belang

In 2024 is door de gemeente IJsselstein voor € 99.000 aan advies en ondersteuning afgenomen bij IBMN.

Evt. veranderingen in een belang

Niet van toepassing.

Verhouding eigen en vreemd vermogen

Niet van toepassing. Gezien relatie niet relevant voor gemeente.

Resultaat

De geraamde kosten worden gedekt door de deelnemersbijdragen. Die bestaan uit een vaste bijdrage en een garantieafname. Per saldo is het resultaat 0.

Risico’s

Geen verhoogd risico.

Ontwikkelingen

IBMN werkt met een bedrijfsplan dat inspeelt op de veranderende omgeving en regio. Het plan is productgericht. Het specialisme van IBMN, werken met domeinen, blijft intact. Er hebben geen ontwikkelingen plaatsgevonden die significante impact hebben op de samenwerking met de gemeente.

Beleidsprestaties

De door IBMN uit te voeren diensten voldoen aan de eisen van kwaliteit, deugdelijkheid, doelmatigheid en professionaliteit. Daarmee draagt IBMN bij aan een kwalitatief goed en procesmatig inkoopproces.

Terug naar navigatie - Stichting Robijn

Stichting Robijn

Algemeen

Het openbaar onderwijs in IJsselstein en Nieuwegein is verzelfstandigd in stichting Robijn. De gemeente heeft geen direct bestuurlijk of financieel belang bij stichting Robijn. Echter is er wel een indirect belang aangezien de gemeente verantwoordelijk is voor het bieden van openbaar onderwijs

Toezicht

De gemeente heeft een aantal toezichthoudende taken. De kaderstellende taken zijn belegd bij de gemeenteraad en de uitvoerende taken bij het college.

Het toezicht wordt ingevuld op basis van de Governance notitie van Robijn (november 2016).

Twee keer per jaar vindt een integraal voortgangsoverleg plaats over zowel de financiële voortgang als de onderwijskwaliteit. Dit overleg vindt plaats in gezamenlijkheid met beide portefeuillehouders, de bestuurder van stichting Robijn en één keer per jaar met een afvaardiging van de Raad van Toezicht.

Deze overleggen vinden plaats aan de hand van een rapportage van de stichting:

  • in oktober na verwerking van de leerlingentellingen en omtrent de contouren van de komende begroting (en meerjarenplanning)
  • in maart/april – voorafgaande aan de Kaderbrief van de gemeenten voor het nieuwe begrotingsjaar – omtrent de voortgang van de financiën.

Bestuurlijke en financiële ontwikkelingen

Het college is bestuurlijk verantwoordelijk voor het in stand houden van afdoende openbaar onderwijs. De Stichting Robijn valt binnen de portefeuille van de wethouder Onderwijs. 

Ontwikkelingen

In de begroting van Stichting Robijn zijn relevante ontwikkelingen voor de stichting beschreven. Er zijn in 2024 geen ontwikkelingen die significante impact hebben op de gemeente.

Beleidsprestaties

De gemeente heeft een wettelijke taak om voldoende openbaar onderwijs te bieden op een voldoende aantal scholen (wet op het primair onderwijs). In de begroting zijn geen specifieke beleidsprestaties opgenomen ten aanzien van het openbaar onderwijs. Wel is als algemene beleidskader verwoord over de beschikbaarheid van adequate onderwijshuisvesting, de ononderbroken leerweg en de nauwe samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg.

Terug naar navigatie - Stichting WerkwIJSS (Beschut werk Lekstroom)

 

Stichting WerkwIJSS (Beschut werk Lekstroom)

Programma

Inkomen, jeugd en Wmo

Vestigingsplaats

IJsselstein

Doel

Het organiseren van beschutte werkplekken en leerwerktrajecten voor personen met een arbeidsbeperking in het kader van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) of Nieuw beschut werk (Participatiewet) dan wel of een achterstand tot de arbeidsmarkt. Bij WerkwIJSS kunnen deze mensen aan de slag en zich verder ontwikkelen.

Deelnemers

De gemeenten Lopik, IJsselstein, Nieuwegein, Vijfheerenlanden

Bestuurlijk belang

De gemeente is vertegenwoordigd in de raad van commissarissen (RvC) en heeft stemrecht in de vergaderingen van deze Raad. Wethouder Schell is door het college aangewezen als vertegenwoordiger in de RvC.

De begroting van WerkwIJSS kent een zienswijze procedure voor de gemeenteraad.

Financieel belang

De begroting van WerkwIJSS is geen direct onderdeel van de gemeentebegroting. De gemeente koopt beschutte werkplekken in bij de stichting. Het door de gemeente te betalen tarief per beschutte werkplek is de uitkomst van het financieel resultaat van de stichting gedeeld door het totaal aantal ingekochte werkplekken van alle deelnemende gemeenten. Hiermee is de gemeente (indirect) verantwoordelijk voor het resultaat van de stichting.

Evt. veranderingen in een belang

Niet van toepassing

Verhouding eigen en vreemd vermogen

Niet van toepassing (Gezien relatie niet relevant voor gemeente)

Resultaat

Financieel: het gerealiseerde resultaat over 2024 was € 46.430 negatief. Overeenkomstig de wettelijke bepalingen is het verlies in mindering gebracht op de overige reserves.

Risico’s

Hogere kosten en/of lagere opbrengsten van WerkwIJSS kunnen leiden tot hogere kosten voor de gemeente.

Ontwikkelingen

Er is sprake van een toename van het aantal Wsw-medewerkers dat een beschutte werkplek nodig heeft. De populatie veroudert en de mogelijkheden van de medewerkers worden minder.  Daardoor vallen medewerkers terug vanuit begeleid werken of detachering bij een reguliere werkgever naar een beschutte werkplek. Daarnaast neemt het aantal medewerkers in het kader van Nieuw Beschut Werken jaarlijks iets toe. De regeling wordt bekender bij inwoners, uitvoeringsorganisaties, partners en praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs. Het plaatsen bij reguliere werkgevers van deze doelgroep blijft achter bij de verwachtingen. Het aantal kortlopende maatwerktrajecten in het kader van de participatiewet (waarna mensen kunnen doorstromen neemt beperkt toe.

Gegeven bovenstaande ontwikkelingen is meer (praktijk)begeleiding ingezet. 

De verkenning structuurwijziging organisaties en uitvoering Sw Lekstroom is in de loop van 2024 verbreed naar verkenning toekomstige sociale infrastructuur Lekstroom Werkt (SILW). Samen met WIL en de betrokken gemeenten inclusief Houten is besloten tot een periode van ketenregie ten aanzien van de dienstverlening op het gebied van werk en participatie. Daarbij wordt geredeneerd vanuit wat nodig is voor de inwoners, doelgroep van de Participatiewet.  De verwachting is dat deze periode van ketenregie en aansluitend kwartiermaken duurt tot en met 2027.

Beleidsprestaties

WerkwIJSS heeft voldoende passende werkplekken en leerwerktrajecten geboden voor inwoners van IJsselstein die hier op zijn aangewezen.

Terug naar navigatie - Stichting WerkwIJSS Schoon

Stichting WerkwIJSS Schoon

Programma

Inkomen, jeugd en Wmo

Vestigingsplaats

IJsselstein

Doel

Het organiseren van beschutte werkplekken en leerwerktrajecten voor personen met een arbeidsbeperking in het kader van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) of Nieuw beschut werk (Participatiewet) dan wel een achterstand tot de arbeidsmarkt.  Bij WerkwIJSS kunnen deze mensen aan de slag en zich verder ontwikkelen.

Deelnemers

De gemeenten Lopik en IJsselstein. Begin 2024 is de gemeente Stichtse Vecht uitgetreden.

Openbaar belang

Voldoende werkplekken en leerwerktrajecten gericht op het uitvoeren van schoonmaakwerkzaamheden voor inwoners die hier op zijn aangewezen

Bestuurlijk belang

De gemeente is vertegenwoordigd in de raad van commissarissen (RvC) en heeft hier stemrecht.  Wethouder Schell is door het college aangewezen als vertegenwoordiger in de RvC.

De begroting van WerkwIJSS kent een zienswijze procedure voor de gemeenteraad.

Financieel belang

De begroting van WerkwIJSS Schoon is geen direct onderdeel van de gemeentebegroting. De gemeente ontvangt een detacheringsvergoeding per regelingsgebonden-werknemer (hoofdzakelijk Wsw-werknemers) van de stichting.

De hoogte van de detacheringsvergoeding bij Schoon is de uitkomst van het financieel resultaat van de stichting gedeeld door het aantal regelingsgebonden-werknemers. Hiermee is de gemeente (indirect) verantwoordelijk voor het resultaat van de stichting.

Evt. veranderingen in een belang

Sinds 2023 is sprake van een negatief financieel resultaat als gevolg van o.a. beperkte nieuwe instroom aan medewerkers en de toegenomen begeleidingsbehoefte van de medewerkers bij Schoon. De schoonmaak-leerwerkplekken ontwikkelen zich daardoor meer en meer als beschutte werkplekken zonder detacheringsopbrengsten waardoor de gemeente extra moet bijdragen.

Verhouding eigen en vreemd vermogen

Niet van toepassing (Gezien relatie niet relevant voor gemeente)

Resultaat

Financieel: het gerealiseerde resultaat over 2024 is € 3.225 negatief. Het bestuur stelt voor dit ten laste te brengen van de overige reserves.

Risico’s

Hogere kosten en/of lagere opbrengsten van WerkwIJSS Schoon kunnen leiden tot een lagere of negatieve door de gemeente te ontvangen detacheringsvergoeding. In 2024 was de detacheringsvergoeding nul, conform verwachting.

Bijna alle Sw-medewerkers van WerkwIJSS Schoon zijn inwoners van IJsselstein. Daardoor draagt de gemeente IJsselstein steeds meer bij in het totale exploitatieresultaat  en ligt het financiële risico steeds meer bij de gemeente IJsselstein. 

Het weerstandsvermogen is minimaal € 117.000 met een bandbreedte van minimaal 40%.  In 2024 is een nieuwe beoordeling van risico's en benodigd weerstandsvermogen gedaan. Dit heeft geleid tot een noodzakelijk extra bijdrage van € 11.318 om het weerstandsvermogen op peil te brengen.

Ontwikkelingen

De schoonmaakwerkzaamheden voor de gemeente Stichtse Vecht zijn gestopt. Hierdoor is de marge op de schoonmaakwerkzaamheden sterk verlaagd.

De (praktijk)begeleiding is versterkt vanwege de toegenomen begeleidingsbehoefte van medewerkers door de Instroom van nieuwe kortlopende maatwerktrajecten in combinatie met veroudering van de populatie en afname van mogelijkheden. De schoonmaakwerkplekken ontwikkelen zich hierdoor meer en meer als beschutte werkplekken zonder detacheringsvergoeding. Hierom heeft WerkwIJSS in de loop van 2024 extra kosten in rekening gebracht.

Het schoonmaakbestek is herijkt. De vergoeding voor het schoonmaakbestek is verhoogd met ruim 10%.

De in 2023 ingezette toekomstverkenning uitvoering Wet sociale werkvoorziening is in 2024 voortgezet en verbreed naar Sociale infrastructuur Lekstroom Werkt inclusief de Participatiewet.  In 2025 starten we met ketenregie voor de sociale infrastructuur in de Lekstroom.  Er wordt nauw samengewerkt met WIL en de betrokken gemeenten.

Beleidsprestaties

WerkwIJSS Schoon heeft passende werkplekken en leerwerktrajecten geboden voor inwoners van IJsselstein die hier op zijn aangewezen binnen de afgesproken financiële kaders.

Coöperaties en vennootschappen

Terug naar navigatie - BNG Bank NV (BNG)

BNG Bank NV (BNG)

Programma

Algemene dekkingsmiddelen

Vestigingsplaats

Den Haag

Doel

De BNG Bank NV, ook wel bekend als de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is de bank voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. De strategie van de bank is gericht op het behouden van substantiële marktaandelen in het Nederlands maatschappelijk domein en het handhaven van een excellente kredietwaardigheid (Triple A).

De BNG keert dividend uit en levert daarmee een bijdrage aan de algemene middelen.

Deelnemers

De staat, gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap.

Openbaar belang

BNG is de bank van en voor overheden in instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.

Bestuurlijk belang

De gemeente is aandeelhouder en heeft stemrecht in de algemene vergadering van aandeelhouders. Wethouder Foekema is de door het college aangewezen vertegenwoordiger.

Financieel belang

De staat is houder van de helft van de aandelen. De andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap. De gemeente IJsselstein bezit 4.563 aandelen à € 2,5 nominaal. De nominale waarde van het aandelenbelang is dus 11.000 Euro.

Evt. veranderingen in een belang

Niet van toepassing.

Verhouding eigen en vreemd vermogen

Bedragen x 1.000

31-12-2023

31-12-2024

Eigen vermogen

€ 4.721.000

€ 4.777.000

Vreemd vermogen

€ 110.819.000

€ 123.164.000

Resultaat

294 miljoen euro (netto) over 2024. Van dit resultaat is BNG van plan 140 miljoen Euro aan dividend uit te keren. Dit is 2,50 Euro per aandeel. IJsselstein zal in 2025 ongeveer 11.000 Euro ontvangen van het resultaat 2024.

Risico’s

De BNG loopt diverse risico’s (kredietrisico’s, marktrisico’s, liquiditeitsrisico’s, operationele en strategische risico’s), die zijn uitgewerkt in het Annual Report BNG Bank. Het risicobeheer is gebaseerd op een Risk Appetite Statement en gericht op handhaving van het risicoprofiel.

De risico's van BNG hebben geen direct effect op de gemeente IJsselstein. Enkel via het resultaat en hiermee samenhangend dividend kan het een zeer beperkte indirecte impact hebben.

Ontwikkelingen

BNG streeft niet naar winstmaximalisatie, maar naar maatschappelijke impact en een redelijk rendement voor de aandeelhoudende overheden. Er zijn geen ontwikkelingen die een significante impact hebben op de gemeente IJsselstein.

Beleidsprestaties

De BNG biedt goedkope en duurzame financiering en financiële dienstverlening aan, voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Het beleid van de BNG heeft geen directe relatie met het beleid van de gemeente IJsselstein.

Terug naar navigatie - Vitens NV

Vitens NV

Programma

Algemene dekkingsmiddelen

Vestigingsplaats

Zwolle

Doel

De uitoefening van een publiek (drink)waterbedrijf, daaronder begrepen de winning, de productie, transport, verkoop en distributie van water alsmede het verrichten van alles wat met de publieke watervoorziening verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn.

Deelnemers

De aandeelhouders van Vitens zijn 105 gemeenten en 5 provincies.

Openbaar belang

Kwaliteit en continuïteit van schoon en betaalbaar drinkwater leveren en de duurzaamheid van bronnen in wingebieden en infrastructuur borgen.

Bestuurlijk belang

De gemeente is aandeelhouder en heeft stemrecht in de algemene vergadering van aandeelhouders. Wethouder Foekema is de door het college aangewezen vertegenwoordiger.

Financieel belang

Gemeente IJsselstein bezit 31.228 aandelen van € 1.

Evt. veranderingen in een belang

Niet van toepassing.


Verhouding eigen en vreemd vermogen

  31-12-2024 31-12-2023
Eigen vermogen    € 713.600.000    € 677.700.000
Vreemd vermogen € 1.684.800.000 € 1.559.700.000

 

Resultaat

Het netto resultaat over 2024 bedroeg 34,5 mln. euro. 

Risico’s

De risico's van Vitens staan toegelicht in de jaarrekening van Vitens. Deze hebben geen directe relatie met de gemeente IJsselstein.

Ontwikkelingen

Wij zien geen ontwikkelingen die een directe relatie hebben met de gemeente IJsselstein.

Beleidsprestaties

Vitens draagt bij aan schoon en betaalbaar drinkwater voor de bewoners, aan een duurzaam onderhoud van de waterwingebieden en het in stand houden van de infrastructuur om water aan de huishoudens te leveren.