In deze samenvatting geven wij inzicht in de ontwikkeling van de financiële positie van onze gemeente. Het actuele saldo van de betreffende jaarschijf uit de Kadernota 2026 is hiervoor het vertrekpunt. De wijzigingen ten opzichte van dit saldo lichten we onder de tabel toe.
| Ontwikkeling financieel perspectief op hoofdlijnen | ||||
|---|---|---|---|---|
| - = nadeel, + is voordeel, bedragen x € 1.000 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
| Saldo Kadernota 2026 | 1.113 | 666 | 258 | 622 |
| Mutaties begroting | ||||
| Vrijval stelpost prijs- en loonindexatie | 408 | 379 | 186 | 186 |
| Actualisatie budgetten | -95 | -2 | -23 | -86 |
| Actualisatie investeringsplanning | 606 | 906 | 511 | 504 |
| Aanpassing verschuiving invoering jaar herijking | 502 | 502 | 502 | 502 |
| Aanpassing rente aan te trekken kort- en langlopende geldleningen | -61 | -295 | -587 | -811 |
| Actualiseren onttrekkingen en stortingen reserves | 143 | -4 | 29 | 29 |
| Saldo Programmabegroting 2026 | 2.616 | 2.152 | 876 | 946 |
Vrijval stelpost prijs- en loonindexatie
De gevormde stelpost voor prijs- en loonindexatie hebben we niet volledig nodig en kan meerjarig vrijvallen. Dit komt hoofdzakelijk doordat de indexatiekosten van verbonden partijen en de nieuwe gemeentelijke cao lager uitvallen dan aanvankelijk ingeschat.
Actualisatie budgetten
Elk jaar bekijken we of we de beschikbare budgetten moeten aanpassen. Dit kan nodig zijn door:
- wettelijke verplichtingen of andere autonome ontwikkelingen;
- resultaten van aanbestedingen, waardoor budgetten lager of hoger uitvallen;
- aanpassingen in kostendekkende tarieven, waarbij hogere kosten leiden tot hogere inkomsten;
- correcties op eerder vastgestelde budgetten.
Voor 2026 leidt deze actualisatie tot een nadelig effect van € 95.000. De belangrijkste wijzigingen (boven de € 50.000) lichten we afzonderlijk toe in de betreffende programma’s.
Actualisatie investeringsplanning
Bij het opstellen van de begroting is de investeringsplanning opnieuw beoordeeld en aangepast. Dit levert in 2026 een voordeel van € 606.000 op. Dit komt voornamelijk doordat we grote investeringen voortaan spreiden over meerdere jaren in plaats van volledig in één jaar verantwoorden. Dit geeft een gelijkmatiger lastenpatroon.
Aanpassing verschuiving invoering jaar herijking
Het Rijk heeft de invoering van de herijking van het gemeentefonds met een jaar uitgesteld. Dit levert een meerjarig voordeel van € 502.000 in deze begroting op. Het totale effect van de herijking is echter ongewijzigd. In onderstaande tabel is het saldo van jaarschijf 2029 uitgezet tegenover de verdere afbouw van onze rijksbijdrage. In 2031 is volgens de huidige rijksplanning de volledige herijking doorgevoerd en valt ons structureel saldo terug naar € 276.000, ervan uitgaande dat zich geen andere wijzigingen voordoen.
| Prognose effect herijking na vanaf 2029 | |||
|---|---|---|---|
| - = nadeel, + is voordeel, bedragen x € 1.000 | 2029 | 2030 | 2031 |
| Saldo jaarschijf 2029 | 946 | 946 | 946 |
| Verdere opbouw herijking | *N.v.t. | -502 | -670 |
| Prognose saldo meerjarig langetermijn | 946 | 444 | 276 |
| *De opbouw herijking 2029 is al in het saldo opgenomen |
Aanpassing rente aan te trekken kort- en langlopende geldleningen
Bij het opstellen van de geprognotiseerde balans is beoordeeld of er voldoende middelen beschikbaar zijn om de geplande investeringen te financieren. In 2026 kunnen wij deze investeringen nog met kortlopende leningen bekostigen. Vanaf 2027 is dit niet meer toereikend en zullen we ook langlopende leningen moeten aantrekken.
Over deze leningen moeten we rente betalen. In eerdere begrotingen zijn deze rentelasten niet opgenomen, omdat het onzeker was of de leningen daadwerkelijk nodig zouden zijn. Het BBV schrijft echter voor dat we de rente wel in de begroting moeten meenemen. Ook de provincie heeft in haar toezichtbrief van vorig jaar benadrukt dat zij dit vanaf de begroting 2026 verwacht.
Het opnemen van de rentelasten betekent voor 2026 een nadeel van € 78.000. Dit nadeel loopt geleidelijk op tot € 949.000 in 2029.
Actualiseren onttrekkingen en stortingen reserves
Bij het opstellen van de begroting actualiseren we de onttrekkingen en stortingen in reserves. In 2026 resulteert dit in een positief resultaat van € 143.000.
Ontwikkeling solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio is een belangrijk kengetal om onze financiële gezondheid aan te toetsen. Dit cijfer geeft de verhouding weer tussen het eigen vermogen en het totaal van de passiva (eigen vermogen, vaste en vlottende schulden en overlopende posten). Het laat zien in welke mate de gemeente in staat is om haar financiële verplichtingen op lange termijn na te komen.
Bij gemeenten ligt de solvabiliteitsratio gemiddeld rond de 40%, waarbij een ondergrens van 20% wordt gehanteerd. Uit de cijfers blijkt dat onze ratio de komende jaren redelijk stabiel blijft. Dit komt doordat het eigen vermogen in ongeveer hetzelfde tempo stijgt als de totale passiva. Op het moment dat het eigen vermogen daalt terwijl we blijven investeren, zal het vreemd vermogen toenemen en daarmee de ratio teruglopen.
| Solvabiliteitsratio | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | ||
| Eigen vermogen (Algemene reserve, bestemmingsreserves en resultaat) | a | 24.857.950 | 27.184.225 | 28.754.902 | 29.049.627 |
| Totaal passiva balans | b | 104.435.029 | 114.854.780 | 119.926.490 | 126.432.432 |
| Solvabiliteitsratio | a/b | 23,8% | 23,7% | 24,0% | 23,0% |
Conclusie solvabiliteitsratio
De begroting voor 2026 en verder laat een positief saldo zien. Dit werkt gunstig door in de solvabiliteitsratio. Zolang het eigen vermogen groeit, blijft de ratio stabiel en hoeven we minder snel extern te lenen.
Als het eigen vermogen in de toekomst echter gaat afnemen, kan de solvabiliteitsratio richting de ondergrens van 20% bewegen. Dat zou de financiële ruimte beperken en ons afhankelijker maken van externe financiering.
Provincie en toezicht
De provincie houdt via onze begroting en jaarrekening toezicht op de gemeentelijke financiële positie. Onderdeel van het toezicht is de controle of onze begroting ‘structureel sluitend’ is. Hierbij beoordeelt de provincie of wij structurele lasten met structurele baten dekken. Dit geeft aan dat wij de structurele lasten, bij gelijkblijvende omstandigheden, ook op de langere termijn kunnen dekken.
Om aan de vereisten voor het minimale ‘repressieve’ begrotingstoezicht te voldoen moet de begroting minimaal structureel sluitend zijn in het eerste of laatste jaar. In de onderstaande tabel leest u dat onze begroting structureel sluitend is en we hiermee aan de eis voldoen. In de financiële begroting vindt u onder ‘Incidentele baten en lasten’ de uiteenzetting van het structurele saldo.
| Structureel begrotingssaldo | ||||
|---|---|---|---|---|
| - = nadeel, + is voordeel | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
| Begrotingssaldo | 2.616 | 2.152 | 876 | 946 |
| Saldo incidentele baten en lasten | -83 | 101 | 0 | 0 |
| Totaal | 2.533 | 2.253 | 876 | 946 |