Verbonden partijen

Algemeen

Inleiding verbonden partijen

Terug naar navigatie - Algemeen - Inleiding verbonden partijen

Gemeentelijke taken voeren we grotendeels zelf uit. In een aantal gevallen besteden we de uitvoering van taken uit aan derden, werken we samen met andere overheden of verlenen we subsidies. Daarmee kunnen derden een belangrijke rol krijgen bij de realisatie van onze beleids- en programmadoelstellingen. Hieruit volgt dat bepaalde vormen van samenwerking ook risico’s met zich meebrengen. 

Samenwerkingsvormen
We participeren in diverse samenwerkingsvormen. Bijvoorbeeld door deel te nemen in gemeenschappelijke regelingen, aandeelhouder te zijn of een bestuurder te leveren in een private entiteit. Als de samenwerking de vorm heeft van een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft, spreken we van ‘verbonden partijen’. 

Wat zijn verbonden partijen?
Verbonden partijen zijn privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties waarin de gemeente een bestuurlijk én financieel belang heeft.  Van een bestuurlijk belang is sprake indien de gemeente rechtstreeks invloed heeft op de besluitvorming binnen de verbonden partij, bijvoorbeeld door een zetel in het bestuur en/of door stemrecht.
Van een financieel belang is sprake als de gemeente middelen aan de verbonden partij ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van die partij of het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt.

Voor- en nadelen van samenwerkingsverbanden
Er zijn diverse redenen om samen te werken. Bijvoorbeeld om schaal- en efficiencyvoordelen te bereiken, kennis te delen, risico's te spreiden of om een maatschappelijk initiatief te ondersteunen.

Samenwerken brengt echter ook risico's met zich mee. Ondanks dat een deel van de uitvoering van het beleid elders is belegd, blijft de gemeente verantwoordelijk voor het uitgevoerde beleid. Daardoor kan de gemeente aanzienlijke maatschappelijke, financiële en fiscale risico's lopen wanneer een samenwerkingsverband in financiële problemen komt of zijn taken niet goed uitvoert. 

De gemeente heeft daarom een controlerende taak op het gevoerde beleid. Om die taak goed te kunnen uitvoeren, is het van belang om de risico's van de samenwerkingsverbanden in beeld te hebben. Deze paragraaf heeft tot doel deze taak te ondersteunen. Daarnaast besteden we binnen de organisatie doorlopend aandacht aan sturing en regie om de prestaties en ontwikkeling van de verbonden partijen te volgen en verbeteren. 

Sturing en regie

Terug naar navigatie - Algemeen - Sturing en regie

De uitvoering van een aantal taken is belegd bij verbonden partijen. Uitgangpunt daarbij is dat (beleid)doelstellingen met minimale risico's zo efficiënt en effectief mogelijk worden gerealiseerd. Realisatie door de verbonden partij moet plaatsvinden binnen de afgesproken beleidsinhoudelijke en financiële kaders. Binnen de organisatie besteden we daarom doorlopend aandacht aan (het faciliteren van) sturing en regie om de prestatie en ontwikkeling van de verbonden partijen te volgen. Bestuur en ambtelijke organisatie werken hierin en vanuit de eigen rol samen. 

Risicoprofiel

Terug naar navigatie - Algemeen - Risicoprofiel

Aan de hand van een vragenlijst brengen we de risico’s van taken van verbonden partijen in beeld en komen zo tot een risicoprofiel op basis van 7 indicatoren. Vanuit de praktijk kijken we zowel naar financiële factoren als naar minder grijpbare, zachtere factoren. Het risicoprofiel verbeelden we in de zogenaamde spinnenwebgrafiek (zie bijgevoegd voorbeeld) aan de hand van 8 parameters: financiën, eigenaarsbelang, governance, sturing op doelen, risicomanagement, bedrijfsvoering, opdrachtgeversbelang en beleids- en verantwoordelijkheidsbelang. Het risicoprofiel helpt ons om grip op onze verbonden partijen te realiseren. We gebruiken het bijvoorbeeld om duidelijk te krijgen welke verbonden partijen voor de gemeente de grootste risico's hebben en op welke onderdelen het meeste aandacht nodig is.

Ter illustratie hebben wij in onderstaande grafiek de uitkomsten voor enkele verbonden partijen vanuit verschillende beleidsterreinen weergegeven.

Typenindeling en totaaloverzicht verbonden partijen

Terug naar navigatie - Algemeen - Typenindeling en totaaloverzicht verbonden partijen

We delen de verbonden partijen in drie typen:

Gemeenschappelijke regelingen

  • Afvalverwijdering Utrecht
  • Belastingsamenwerking Rivierenlanden
  • GGD regio Utrecht
  • Omgevingsdienst regio Utrecht
  • Recreatieschap Stichtse Rijnlanden 
  • Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard
  • Reinigingsbedrijf Midden Nederland
  • Veiligheidsregio Utrecht
  • Werk en Inkomen Lekstroom

Coöperaties en vennootschappen

  • Bank Nederlandse Gemeenten
  • Vitens NV

Stichtingen en verenigingen

  • Stichting Inkoopbureau Midden Nederland
  • Stichting Robijn
  • Stichting WerkwIJSS
  • Stichting WerkwIJSS Schoon

Gemeenschappelijke regelingen

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen - Afvalverwijdering Utrecht (AVU)

Afvalverwijdering Utrecht (AVU)

Programma

Wonen en ruimte

Vestigingsplaats

Soest

Doel

Deze gemeenschappelijke regeling heeft tot doel om op een doelmatige en uit oogpunt van milieuhygiëne verantwoorde wijze sturing en uitvoering te geven aan het afvalstoffenbeleid in de provincie Utrecht. 

Deelnemers

De gemeenten Amersfoort, Baarn, De Bilt, De Ronde Venen, Bunnik, Bunschoten, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Stichtse Vecht, Soest, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vianen, Wijk bij Duurstede, Woerden, Woudenberg, IJsselstein en Zeist. 

Openbaar belang

Zorgen voor een goede, reguliere en milieu verantwoorde verwerking van door de gemeenten ingezamelde huishoudelijke afvalstromen.  Daarnaast heeft de AVU een adviserende rol naar de deelnemende gemeenten over nationale en internationale ontwikkelingen op afvalgebied.

Bestuurlijk belang

Het college benoemt 1 lid en 1 plaatsvervangend lid in het Algemeen Bestuur. Wethouder Bekker is lid en wethouder Tas  plaatsvervangend lid.

Financieel belang

De AVU sluit contracten af met verwerkers voor het transport en de verwerking van diverse afvalstromen. Deze kosten worden op basis van de werkelijke aangeboden volumes bij de deelnemende gemeenten in rekening gebracht samen met de opslag voor de organisatiekosten.

De baten en lasten van de AVU lopen via de begroting van Reinigingsbedrijf Midden Nederland (RMN), zie hierna.
Op basis van de begroting 2026 van de AVU zijn de geprognosticeerde lasten afgerond €  1.380.000.
De kosten zijn als volgt opgebouwd:
Brandbaar afval en GFT                                                              1.498.000
Glas                                                                                                           -/- 18.000
Papier                                                                                                   -/- 100.000
Voor de verwerking van glas en papier geldt dat sprake is van een netto opbrengst.

Evt. veranderingen

in een belang

N.v.t.

Verhouding eigen

en vreemd vermogen

 

 

1-1-2026

31-12-2026

Eigen vermogen

0

100 .000 

Vreemd vermogen

15.333.000

15.333.000

In beginsel heeft de AVU geen eigen vermogen. De gerealiseerde overschotten of tekorten worden verrekend met de gemeenten.

Resultaat

De begroting sluit met een saldo van 0. 

Risico’s en weerstandsvermogen

Actuele (externe) risico’s zijn o.a.:

  • Dat veranderende wet- en regelgeving kan leiden tot wijziging van de bedrijfsvoering of hogere kosten voor de eindverwerking van het afval (voorbeeld: verbrandingsbelasting);
  • De kosten voor overslag, transport en afvalverwerking zijn tot en met 2026 zeker gesteld. Ook de tarieven staan vast en worden jaarlijks aangepast aan indexering. Dit zou dus geen onverwachte tegenvaller moeten opleveren. Na 2026 is de kostenontwikkeling hierin wel weer een risico. 
  • Door de discontinuïteit in de afvoer en de verwerking van met name het huishoudelijk, het grof huishoudelijk restafval en het gft-afval is er een financieel risico van maximaal circa € 6,00 per ton restafval en gft-afval.

Door het ontbreken van reserves en voorzieningen heeft de AVU geen weerstandsvermogen. Alle in enig jaar gemaakte kosten worden aan de deelnemers doorberekend. Als gevolg hiervan kunnen schommelingen optreden in de jaarlijks te betalen bijdragen.

Ontwikkelingen

Het Rijk wil vanaf 2028 jaarlijks €567 miljoen aan extra belastinginkomsten ophalen via extra heffingen op afvalverwerking en CO2-uitstoot. Deze extra heffingen vormen de plasticheffing en zijn opgenomen in de Voorjaarsnota.  Er zijn nog veel onduidelijkheden en onzekerheden, maar als dit door gaat zal de rekening bij de gemeente terecht komen, en dus bij de inwoner (via de afvalstoffenheffing). Of deze extra heffingen daadwerkelijk worden doorgevoerd moet blijken op Prinsjesdag en tijdens de Algemene Beschouwingen.

Naar aanleiding van de problematiek rondom de lachgascilinders en de kosten die hierbij komen kijken is er vanuit 17 publieke afvalorganisaties (samenwerkingsverbanden en gemeenten, waaronder AVU) een ultieme poging gedaan om het gesprek met het Ministerie van IenW aan te gaan. Dit heeft geen resultaat opgeleverd. Namens deze publieke organisaties start de NVRD een procedure op tegen de staat inzake de lachgascilinders.

Alle deelnemende RMN gemeenten hebben in 2024 het contractbeheer ten behoeve van het transport en de verwerking van de afvalstromen van de milieustraat overgedragen aan AVU/Cirkelwaarde. De gemeenten worden hiermee ontzorgd op het gebied van contractmanagement. Door het bundelen van de krachten en de hoeveelheden afval binnen het netwerk van Cirkelwaarde kunnen er gunstigere tarieven worden gerealiseerd. Dit levert een besparing op van circa 13% voor de gemeenten.

Verplichte Kengetallen Weerstandsvermogen

 

 

Rekening 2023

Begroting 2024

Begroting 2025

Netto schuldquote

0%

0%

0%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen

0%

0%

0%

Solvabiliteitsratio

0%

0%

0%

Structurele exploitatieruimte

0%

0%

0%

 

Toelichting:

De netto schuldquote geeft de verhouding tussen de netto schulden en de inkomsten weer. Omdat de AVU geen netto schulden heeft, is de netto schuldquote 0. De solvabiliteitsratio geeft de verhouding weer tussen het eigen vermogen en het totaal aan vreemd vermogen. Omdat de AVU geen winstoogmerk heeft en niet van tevoren bekend is of er op 1 januari 2026 sprake is van vorderingen op of van gemeenten, worden deze op 0 begroot en in de jaarrekening berekend op basis van de dan bekende werkelijke bedragen. 

Beleidsprestaties

De AVU zorgt voor voldoende opslag- en verwerkingscapaciteit van afval- en grondstoffen die worden ingezameld in de gemeente.

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen - Belastingsamenwerking Rivierenlanden (BSR)

Belastingsamenwerking Rivierenlanden (BSR)

Programma

Algemene dekkingsmiddelen

Vestigingsplaats

Tiel

Doel

Doel van de BSR is het behalen van financiële, kwalitatieve en procesmatige voordelen door professionalisering van de belasting. BSR zorgt voor het heffen en invorderen van gemeentelijke- en waterschapsbelastingen. Daarnaast zorgt de BSR voor de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken, het beheer en uitvoering van vastgoedinformatie, de uitvoering van de werkzaamheden BAG en de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (Wet WKPB).

Deelnemers

De deelnemers zijn: de gemeenten Culemborg, IJsselstein, Maasdriel, Montfoort, Tiel, West Betuwe (fusiegemeente Geldermalsen, Lingewaal en Neerijnen), West Maas en Waal, Wijk bij Duurstede, Gorinchem, de gemeenschappelijke regeling Avri (afvalverwijdering Rivierenland) en het Waterschap Rivierenland.  

Openbaar belang

Een goede en efficiënte heffing en invordering van de gemeentelijke belastingen. 

Bestuurlijk belang

Het college benoemt 1 lid en 1 plaatsvervangend lid in het Algemeen Bestuur. Wethouder Foekema is lid en wethouder Schell is plaatsvervangend lid. 

Financieel belang

De reguliere bijdrage voor 2026 bedraagt € 721.000 (na aftrek van de compensabele BTW), gebaseerd op de verrekening van de lasten en baten van de producten: heffen, innen, waarderen en BAG/WKPB.
De kosten zijn als volgt opgebouwd:

OZB woningen

€ 485.000

OZB niet woningen € 60.000
Overige belastingen € 1.000
Rioolheffing € 48.000
Afvalstoffenheffing € 47.000                                        
Basisadm. Gebouwen (BAG) € 80.000

 

Evt. veranderingen

in een belang

Niet van toepassing. 

Verhouding eigen

en vreemd vermogen

 

01-01-2026

31-12-2026

Eigen vermogen

€ 93.000

€ 42.000

Vreemd vermogen

€ 9.553.000

€ 9.379.000

 

Resultaat

Het resultaat na resultaatbestemming is 0.

Risico’s en weerstandsvermogen 

Weerstandsvermogen BSR
In 2009 is besloten dat er geen weerstandsvermogen bij BSR wordt gevormd. Dit betekent dat financiële risico's voor rekening komen van de deelnemers. Bij tegenvallers kan het dus zijn dat deelnemers extra zullen moeten bijdragen.

Belastingopbrengsten deelnemers
Risico’s met betrekking tot de belastingopbrengsten behoren niet tot de bedrijfsrisico’s van BSR. Deelnemers van BSR treffen, indien noodzakelijk, zelf een voorziening om risico’s inzake de belastingopbrengsten te kunnen afdekken. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het risico dat belastingplichtigen de belasting niet (kunnen) betalen.

Ontwikkelingen

Het werkveld van belastinguitvoering kenmerkt zich in de komende jaren door veel ontwikkelingen rondom wet- en regelgeving, overgang naar basisregistraties en landelijke voorzieningen, gewijzigde eisen van de Waarderingskamer, wijzigingen in het belastingstelsel, generieke processen, ICT en technologie.
Landelijke voorzieningen / basisregistraties
Er is de komende jaren nog veel werk in het consistent krijgen en houden van de data, alsmede het naadloos op elkaar laten aansluiten van de diverse landelijke basisregistraties. Denk hierbij aan registraties als:
•Basisregistratie Adressen en Gebouwen;
•Basisregistratie Kadaster;
•Basisregistratie WOZ.

Arbeidsmarkt
Om mee te bewegen met deze ontwikkelingen zijn kennis, kunde, tijd en investeringen nodig in een arbeidsmarkt met een schaarste aan (ervaren/kundige) arbeidskrachten. Het is dan ook van groot belang dat wij, rekening houdend met de krapte op de arbeidsmarkt en de uitstroom van kennis door pensionering, de organisatie tijdig versterken om zodoende onze kwaliteit en output te kunnen continueren en waarborgen. BSR zet hiertoe Strategische Personeelsplanning (SPP) in.

Volumegroei BSR
In 2022 heeft het algemeen bestuur gesproken over volumegroei bij BSR als mogelijkheid om een
bijdrage te leveren aan het realiseren van kostenbeheersing, kostenverlaging en/of verlagen van de
kwetsbaarheid van het geheel of op onderdelen. Deze volumegroei lijkt mogelijk door aansluiting van
individuele gemeenten of een combinatie van een samenwerking of fusie met andere belastingkantoren.

Het bestuur van BSR heeft vervolgens de wens uitgesproken om tot een verdere concretisering van
verschillende opties voor schaalvergroting te komen, zodat voor de komende vier jaar duidelijk is op
welke optie(s) voor schaalvergroting ingezet moet worden.

Medio 2022 heeft adviesbureau Berenschot een onderzoek naar de mogelijkheden tot volumegroei bij
BSR uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek geven kansrijke mogelijkheden tot groei van het
aantal deelnemers. De komende jaren wordt hier door het bestuur actief op ingezet. In dat kader
is per januari 2025 gemeente Gorinchem toegetreden als 11e deelnemer aan de GR BSR.

Kostenbeheersing
Het bestuur en het management van BSR vinden het belangrijk om, zeker in deze financieel onzekere tijden, een structurele bijdrage te leveren. Dit doet BSR door te streven naar de laagst mogelijke integrale kostprijs tegenover een optimaal niveau van dienstverlening. De voorliggende begroting is hierop geënt.
Dit is een uitdagende opgave, gelet op het feit dat lang niet alle elementen die het kostenniveau bepalen door ons te beïnvloeden zijn. Zo zijn de indexatie van leveranciers, additionele wettelijke verplichtingen/taken en cao-stijgingen belangrijke factoren die de kosten van onze uitvoering verhogen.

BSR wil de kosten graag structureel beheersen zodat de prijsstijgingen,  voor een deel kunnen worden afgevlakt voor de stakeholders.
Dit vraagt om scherp aan de wind te zeilen en creatief te zijn in oplossingen en mogelijkheden. Belangrijk uitgangspunt hierbij is dat de kwaliteit en de belastingopbrengsten niet negatief beïnvloed worden. Dit betekent dat de kosten van BSR op onderdelen mogelijk kunnen stijgen, waarbij het positieve effect op de belastingopbrengsten hoger is dan de stijging van de kosten van BSR.

Verplichte kengetallen

Weerstandsvermogen

 

Rekening

2024

Begroting

2025

Begroting 

2026

Netto schuldquote

2,1%

5,1%

3,9%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen

-

-

-

Solvabiliteitsratio

3,2%

1,0%

0,4%

Structurele exploitatieruimte

0,0%

0,0%

0,0%

Beleidsprestaties

De BSR verricht de volgende werkzaamheden ten behoeve van IJsselstein:

  1. Heffing en invordering van lokale belastingen.
  2. De uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken, waaronder tevens wordt begrepen de administratie van vastgoedgegevens en het verstrekken van vastgoedgegevens aan de deelnemers en derden.
  3. Het behandelen van reacties van burgers en bedrijven naar aanleiding van de verzonden WOZ-beschikkingen en belastingaanslagen.
  4. Het leveren van informatie uit deze (basis) registraties aan de deelnemers voor zover de wettelijke voorschriften dit toestaan.
  5. Het opzetten en beheren van basisregistraties waaronder de BAG.

Op basis van de producten levert BSR de volgende prestaties. De prestaties worden periodiek gerapporteerd.

  1. Aanslagoplegging
  2. Bezwaar en Beroep
  3. Afhandeling binnen wettelijk gestelde termijn
  4. Invordering
  5. Van gegevens naar waarde.
Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen - GGD Regio Utrecht (GGDrU)

Gemeentelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)

Programma

Inkomen, jeugd en Wmo

Vestigingsplaats

Zeist

Doel

De GGD regio Utrecht heeft als doel om de taken uit te voeren, die bij of krachtens de Wet publieke gezondheid aan de colleges zijn opgedragen (Volksgezondheid basistaken).

De GGD regio Utrecht voert voor IJsselstein ook taken uit binnen de Jeugdgezondheidszorg (maatwerktaken). Dat omvat onder andere de consultatiebureaus en de schoolartsen.

Daarnaast voert de GGD regio Utrecht enkele specifieke toezichtstaken uit; toezicht op uitvoering door Wmo-zorgaanbieders, en toezicht op grond van de Wet Kinderopvang (Kinderopvang en gastouderbedrijven)

Deelnemers

De gemeenten Ronde Venen, Stichtse Vecht, Woerden, Montfoort, Oudewater, Lopik, IJsselstein, Vijfheerenlanden, Nieuwegein, Houten, Eemnes, Baarn, Bunschoten, Amersfoort, Soest, Leusden, Woudenberg, Veenendaal, Renswoude, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug, de Bilt, Bunnik, Zeist, Wijk bij Duurstede en de stad Utrecht.

Openbaar belang

De GGD  voert onderstaande taken voor de gemeente IJsselstein uit:

Basistaken


Gezondheidsbescherming

  • Infectieziektebestrijding (IZB)
  • TBC-bestrijding
  • Medisch milieukundige zorg
  • Technische hygiënezorg; advisering publieksevenementen
  • Seksuele gezondheid; SOA-bestrijding

 

Gezondheidsbevordering

  • Gezondheidsbeleid
  • Onderzoek, gezondheidsmonitor

Toezicht & Advies

  • Inspecties Kinderopvang

 

Crisisfunctie: advies en ondersteuning

 

Intensivering basistaken

 

Gezondheidsbescherming

  • Technische Hygiëne Zorg
  • Advisering Publieksevenementen

 

Gezondheidsbevordering

  • Lokaal onderzoek: Epidemiologische ondersteuning JGZ
  • Projectmanagement Gezondheidsbevordering

 

Toezicht & Advies

  • Inspectie Kinderopvang: Landelijke register
  • Kinderopvang en Lichte handhaving

Basistaken-plus

Gezondheidsbevordering

  • Seksuele gezondheid: Sense 

Toezicht & Advies

  • Forensische zorg
  • Inspecties tatoeage- en piercingshops (via derden)
  • WMO toezicht

 

JGZ 0-18

  • Basistakenpakket

 

 

Maatwerk

Gezondheidsbevordering

  • Gezondheidsbevordering statushouders
  • Extra inzet gezondheidsbevordering
  • Meld- en Adviespunt ‘Bezorgd’
  • Woon Hygiënische Problematiek (WHP)

JGZ maatwerk

  • Stevig Ouderschap
  • Voor- en vroegschoolse educatie (VVE)
  • Intensivering Vroeghulp door JGZ
  • Convenant-beheer verwijsindex
  • Advisering vrijstelling leerplicht



JGZ Overige

  • Huisvesting

 

 

 

 

Bestuurlijk belang

Het college benoemt 1 lid en 1 plaatsvervangend lid in het Algemeen Bestuur. Voor IJsselstein heeft wethouder Schell zitting in het algemeen bestuur als lid met wethouder Foekema plaatsvervanger. Daarnaast heeft wethouder Schell zitting in het dagelijks bestuur als lid.

Financieel belang

De begroting 2026 van de GGD heeft een totale omvang van € 75,2 miljoen (inkomsten). Hiervan heeft € 59,0 miljoen betrekking op gemeentelijke bijdragen en vergoedingen.

In 2026 zijn de totale kosten van de GGD voor de gemeente IJsselstein begroot op (afgerond) € 1,6 miljoen. De taken van de GGD vallen binnen het taakveld algemene volksgezondheidszorg en het taakveld jeugdgezondheidszorg 0-18 jaar. 

Voor Volksgezondheid algemeen heeft GGD de totale kosten voor de gemeente IJsselstein begroot op € 434K. Daarvan is € 287K inwonersbijdrage voor de collectieve wettelijke taken, € 68K voor de inspecties kinderopvang en 51K voor de extra- en maatwerktaken die de GGD voor de gemeente uitvoert. Daarnaast is nog € 28K begroot voor toezicht Wmo en forensische zorg.

Voor Jeugdgezondheid 0-18 jaar zijn de totale kosten voor de gemeente IJsselstein begroot op 1.160K. Daarvan is € 1.118K inwonersbijdrage voor de collectieve wettelijke taken JGZ 0-18 jaar (incl. het rijksvaccinatieprogramma) en € 42K voor extra taken. De extra taken jeugdgezondheid bestaan onder andere uit convenantbeheer verwijsindex en project stevig ouderschap.

Evt. veranderingen

in een belang

Niet van toepassing.

Verhouding eigen en vreemd vermogen

 

 

1-1-2026

31-12-2026

Eigen vermogen

2.738.000

2.800.000

Vreemd vermogen

       29.734.000

27.464.000

 

Resultaat

De GGDrU voorziet voor 2026 een sluitende begroting. Dit is inclusief een dotatie van 62K aan de  bestemmingsreserve "Monitor Volwassenen".

Risico’s

De deelnemende gemeenten staan garant voor de betaling van rente en aflossing van de geldleningen en rekening-courant schulden die door de GGD zijn aangegaan. De garantstelling door de deelnemende gemeenten is naar verhouding van de inwonertallen op 1 januari van het jaar waarin de garantieverplichting tot stand is gekomen.

Op basis van de risico-inventarisatie door de GGD is de benodigde weerstandscapaciteit 1.661K. De beschikbare weerstandscapaciteit is  2.486K. Daarmee komt de verhouding op 1: 1,497. Hiermee zijn de financiële risico’s eind 2026 voldoende afgedekt. Enkel indien dit sterk zou verslechteren ontstaat er een risico dat deelnemende gemeenten extra moeten bijdragen om tegenvallers op te vangen.

De GGDrU stelt 2x per jaar een rapportage op van de afgenomen extra maatwerktaken door de Gemeente IJsselstein. Eventuele voorziene over- of onderschrijdingen worden hier in beeld gebracht. Op dit moment blijken hieruit geen bijzondere risico's.

Ontwikkelingen

GALA/IZA

Om te zorgen dat alle Nederlanders die dit nodig hebben zorg kunnen blijven ontvangen, zijn in het Integraal Zorg Akkoord (IZA) afspraken gemaakt over samenwerking, preventie en het versterken van de eerstelijnszorg. En in het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) bouwen we aan het fundament voor een gerichte lokale en regionale aanpak op het gebied van preventie, gezondheid en sociale basis. Een beweging naar de voorkant is nodig, de urgentie is groot met als stip op de horizon een gezonde generatie in 2040.
GGDrU heeft gemeenten ondersteund in deze ontwikkeling, door het beschikbaar stellen van monitoringsinformatie, advisering op de GALA plannen en het Regioplan en coördinatie van regionale en/of lokale aanpak van bijvoorbeeld valpreventie.

Infectieziektebestrijding

GGDrU werkt in 2026 samen met ketenpartners en inwoners aan de publieke gezondheid. Team Infectieziektebestrijding adviseert zowel inwoners als zorgprofessionals over infectieziektes en hoe zij zich kunnen beschermen en hoe zij verspreiding kunnen voorkomen. Daarnaast wordt ingezet om de trend van de dalende vaccinatiegraad in de regio Utrecht te keren.

Tuberculosebestrijding

In 2026 wordt een nieuw nationaal plan gepresenteerd waarbij eerder uitgezette lijnen verder gevolgd worden. Er wordt in 2026 ingezet op genezing en preventie. Daarnaast wordt samengewerkt om de kwaliteit van de tbc-bestrijding te blijven garanderen.

Verplichte Kengetallen Weerstandsvermogen

 

 

Rekening 2024

Begroting 2025

Raming 2026

Netto schuldquote

4,8%

13,4%

10,7%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen

4,8%

13,4%

10,7%

Solvabiliteitsratio

14,7%

11,2%

9,3%

Structurele exploitatieruimte

0,0%

0,0%

0,0%

 

Toelichting

De netto schuldquote stijgt t.o.v. de realisatie 2024 maar bevindt zich nog steeds in de categorie "minst risicovol". 

De solvabiliteit daalt iets t.o.v. 2024 als gevolg van geprognotiseerde onttrekkingen aan reserves in 2025. De solvabiliteit bevindt zich in de categorie "meest risicovol" aangezien deze lager is dan 20%.

 

Beleidsprestaties

De prestatie van de GGDrU valt uiteen in 2 beleidsvelden; Volksgezondheidszorg en Jeugdgezondheidzorg. Beide zijn onderdeel van programma 5 van de begroting.

De gewenste beleidsprestaties voor de 2 beleidsvelden zijn in meer detail te lezen in de nota Ijsselstein Gezond en Vitaal 2021-2025. Het is onze missie om samen met inwoners en samenwerkingspartners ervoor te zorgen dat iedereen in IJsselstein de mogelijkheid heeft om gezonde en vitale keuzes te maken. Om goed in te kunnen spelen op de (gezondheids-)ontwikkelingen van de komende jaren, focust dit beleid op:

  • Preventie: Vroegtijdige signalering en inzet om de gevolgen van gezondheidsrisico’s te verminderen en te voorkomen.
  • Verantwoordelijkheid: Inwoners zijn zelf verantwoordelijk voor de keuzes die zij maken met betrekking tot hun gezondheid en vitaliteit.
  • Normaliseren: Iedereen krijgt in het leven te maken met tegenslagen die de gezondheid en vitaliteit kunnen beïnvloeden. Dit hoort bij het leven. Hierbij willen we niet onnodig etiketten of labels te plakken.
  • Faciliteren: De gemeente en haar partners maken het mogelijk dat inwoners gezonde en vitale keuzes kunnen maken.
  • Stimuleren: Gezamenlijke inzet van gemeente, professionals en inwoners om inwoners te stimuleren meer gezonde en vitale keuzes te maken.
  • Ondersteunen: Wanneer het op eigen kracht niet (meer) gaat kunnen inwoners op ondersteuning of hulp rekenen.

De nota bevat de volgende 4 thema’s:

  • Gezonde Leefstijl
  • Vitale Stad
  • Mentale Gezondheid
  • Vitaal van jong tot oud

De GGDrU levert de algehele basis aan preventieve gezondheidszorg en voert, in samenwerking met de gemeente Ijsselstein en partners, projecten en programma’s uit om doelstellingen binnen de thema’s te realiseren.

De prestatie die in de jeugdgezondheidszorg geleverd moet worden is via het wettelijke JGZ-basis-pakket, vastgelegd door de minister. Hiernaast worden er extra diensten ingekocht die jaarlijks vastgelegd worden in een maatwerkovereenkomst.

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen - Recreatieschap Stichtse Groenlanden (RSG)

Recreatieschap Stichtse Groenlanden (RSG)

Programma

Onderwijs, sport en cultuur

Vestigingsplaats

Utrecht

Doel

De regeling is in 1999 getroffen om de belangen van de deelnemende gemeenten te behartigen bij de recreatie (openlucht) en de bescherming van natuur en landschap in de deelnemende gemeenten.

Het RSG heeft onder andere de taak om de inwoners van de stadsregio Utrecht een gevarieerd aanbod aan recreatievoorzieningen in de openlucht te bieden dat aansluit op de vraag van de regionale bevolking.

Deelnemers

De gemeenten De Bilt, Houten, Lopik, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Woerden, De Ronde Venen, IJsselstein en de provincie Utrecht.

Openbaar belang

Het RSG behartigt de belangen van de dagrecreatie in het landelijk gebied, waarbij de zorg voor natuur en landschap een belangrijke plaats inneemt.

Het schap ontwikkelt, beheert en onderhoudt diverse dagrecreatieterreinen, paden en bruggen. Daarnaast maakt het schap allerlei vormen van recreatie mogelijk. Zoals bijvoorbeeld wandelen, fietsen, paardrijden en kanovaren.

Het schap regelt verder met name bezig met de zogenaamde basisvoorzieningen. Dit zijn algemene voorzieningen, die gratis en vrij toegankelijk zijn. Voorbeelden hiervan zijn fiets- en wandelpaden in de natuurgebieden.

Bestuurlijk belang

De raad benoemt 2 leden en 2 plaatsvervangende leden in het Algemeen Bestuur. Raadslid C.J. Koehorst en wethouder Tas zijn lid. Wethouder Bekker en raadslid R.C. Koehorst zijn plaatsvervangend lid. 

Financieel belang

In 2018 is de gemeente De Ronde Venen toegetreden tot de regeling. Besloten is dat de financiële huishouding binnen het recreatieschap voorlopig wordt gescheiden in 2 delen: het werkgebied van Stichtse Groenlanden van voor 2018 (programma A) en het werkgebied de Vinkeveense Plassen (programma B) dat de gemeente De Ronde Venen heeft ingebracht. 

In 2026 draagt IJsselstein € 169.750 bij aan programma A van het recreatieschap, gebaseerd op een vast bedrag per inwoner. Programma B Vinkeveense Plassen ontvangt deelnemersbijdragen van Provincie Utrecht en gemeente De Ronde Venen. De gemeente IJsselstein draagt niet bij aan programma B.

Evt. veranderingen in een belang

Niet van toepassing.

Verhouding eigen en vreemd vermogen

 

01-01-2026

31-12-2026

Eigen vermogen

€3.858.539

€3.891.211

Vreemd vermogen

€9.100.308

€10.681.445

 

Resultaat

Het jaar 2026 kent een sluitende begroting.

Risico’s

Als het weerstandsvermogen van het recreatieschap onvoldoende is, kunnen van de deelnemers hogere bijdragen worden verlangd.  Daarnaast hebben de risico’s van het recreatieschap met name betrekking op de realisatie van de in de begroting opgenomen opbrengsten en exploitaties van de recreatieterreinen. Het financiële handelen van Staatsbosbeheer (de beheer- en uitvoeringsorganisatie) is van invloed op de financiën van het recreatieschap. De samenwerking met SBB wordt gemonitord en geëvalueerd om zodoende zicht te houden dat de uitvoering binnen het beleid en de financiële kaders past van het schap.  

Ontwikkelingen

Het recreatieschap heeft de uitvoering van zijn werkzaamheden - Beheer & Onderhoud, Toezicht &Handhaving, Exploitatie, Bedrijfsvoering en Bestuursondersteuning - belegd bij  SBB. Recreatieschap Midden-Nederland was tot 1 januari 2023 de uitvoeringsorganisatie voor recreatieschap Stichtse Groenlanden, Plassenschap Loosdrecht e.o. en Routebureau Utrecht.

Momenteel wordt er door SBB gewerkt aan een plan van aanpak voor een vierjarig-uitvoeringsplan in relatie tot de toekomstvisie.  Het ontwikkelen van een Terreinbeheermodel maakt hier ook deel vanuit. Dat moet inzicht geven in de  huidige staat van onderhoud van de recreatiegebieden en de kosten die met het onderhoud  en een bepaald beeldkwaliteitsniveau gemoeid zijn.  In 2025 zullen de nog openstaande zaken met betrekking tot de transitie worden afgerond, waarbij we er van uitgaan dat we daar in 2026 de vruchten van kunnen plukken. We beogen daarmee een kader te hebben neergezet voor betere en transparantere keuzes ten aanzien van beheer, ontwikkeling en ondersteunende activiteiten.

Verplichte Kengetallen Weerstandsvermogen

 

Rekening 2024

Begroting 2025

Begroting 2026

Netto schuldquote

17%

40%

73%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen

17%

40%

73%

Solvabiliteitsratio

34%

33%

30%

Structurele exploitatieruimte

0,2%

2,5%

1,3%

Beleidsprestaties

In de economische visie van IJsselstein vormt de basis voor de beleidsprestaties van RSG. Recreatie draagt volgens de economische visie bij aan ‘beleving’ van de stad IJsselstein.

Dit is vervolgens concreet vertaald naar (1) het versterken van de identiteit door positionering in het Groene Hart. En naar (2) versterken van de samenhangende recreatieve groenstructuur rondom Utrecht (met partners waaronder het recreatieschap) onder andere via investering in het Hollandsche IJsselgebied aan de Noord IJsseldijk en het behouden van goed verbindingen met de Nedereindse plas en de Lek- en IJsseldijk.

 

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen - Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard (RHC)

Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard (RHC)

Programma

Onderwijs, sport en cultuur

Vestigingsplaats

Woerden

Doel

Het beheer van de archieven in de archiefbewaarplaatsen en het toezicht op het beheer van de archiefstukken voor zover deze niet naar een archiefbewaarplaats zijn overgebracht.

Deelnemers

Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Lopik, Montfoort, Oudewater, Woerden en IJsselstein.

Openbaar belang

Op grond van de Archiefwet moeten besturen van overheden ervoor zorgen dat hun archieven in goede en geordende staat verkeren. Dit wordt uitgevoerd door archiefdiensten. Op grond van diezelfde wet zijn alle overheidsarchieven van 20 jaar en ouder in principe openbaar en voor iedereen kosteloos te raadplegen.  Het RHC vervult de functie van regionaal kennis- en informatiecentrum op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis. Door het opbouwen en beheren van een zo breed mogelijke collectie (regionaal) historische bronnen en deze op een zo actief mogelijke wijze dienstbaar maken voor een breed publiek. 

Bestuurlijk belang

De regeling heeft één bestuur. Dit wordt de Archiefcommissie genoemd. Het college benoemt 1 lid en 1 plaatsvervangend lid in dit bestuur. De burgemeester is lid en wethouder Foekema plaatsvervanger.

Financieel belang

Voor 2026 is de bijdrage op € 190.767 geraamd (waarvan € 13.460 teruggevraagd kan worden uit het BTW-compensatiefonds). 

Evt. veranderingen in een belang

Niet van toepassing.

Verhouding eigen en vreemd vermogen

Het RHC heeft geen eigen en vreemd vermogen.

Resultaat

De begroting sluit met een saldo van 0. 

Risico’s

RHC heeft geen weerstandsvermogen. Financiële risico's zijn voor rekening van de deelnemers. 

De risico’s ten aanzien van deelname zijn beperkt. Het RHC levert in het algemeen de prestaties, die we van haar verwachten. 

Ontwikkelingen

 

Een nieuwe ontwikkeling is dat gemeenten gebruik maken van de mogelijkheid om digitale informatie uit te plaatsen, als voorstadium van de uiteindelijke overbrenging naar het e-depot. Dit kan met korting en dus relatief goedkoop, door het contract dat het RHC heeft met de leverancier van het e-depot. Kosten van uitplaatsing in het pre-depot drukken niet op de begroting van het RHC, immers in dat geval beheert de archiefvormer nog zelf de informatie. In de begroting 2026 is niettemin rekening gehouden met de situatie dat het maximum van de contractkosten voor de basisvoorziening van het e-depot is bereikt. Financieel maakt het hierbij voor de licentie niet uit of er enkele deelnemers zijn aangesloten die samen 125.000 inwoners vertegenwoordigen, of dat al onze deelnemers zijn aangesloten (de staffel loopt namelijk door tot 250.000 inwoners).

 

Verplichte Kengetallen Weerstands-vermogen

Het RHC heeft geen balanspositie en dus geen kengetallen. Het RHC werkt niet met reserveringen. Een eventueel positief saldo wordt in beginsel altijd in mindering gebracht op de bijdrage voor het volgende jaar. De hoogte van de bijdrage kan hierdoor bij benodigde investeringen (extra) stijgen. De begrotingssystematiek van het RHC wijkt af ten opzichte van veel andere gemeenschappelijke regelingen. Centrumgemeente Woerden neemt op grond van de gemeenschappelijke regeling de financiële verantwoording van het RHC in de gemeentelijke jaarrekening mee, waarin de hier genoemde begrotingsposten worden opgenomen. De provincie Utrecht ging in 2018 akkoord met handhaving van de bestaande inrichting van de begroting en acht het niet nodig om alle voorschriften van het vernieuwde BBV in de (bescheiden) begroting van het RHC te doen verwerken. 

Beleidsprestaties

Het RHC voert de Archiefwet uit voor de bij het RHC aangesloten gemeenten en het hoogheemraadschap. De missie van het RHC is om burgers en bestuur te voorzien van betrouwbare historische informatie over het werkgebied op basis van archieven en collecties die het RHC beheerd. Daarnaast waakt het RHC vanuit de inspectietaak over de duurzame toegankelijkheid van de archieven. 

 

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen - Reinigingsbedrijf Midden Nederland (RMN)

Reinigingsbedrijf Midden Nederland (RMN)

Programma

Wonen en ruimte

Vestigingsplaats

Soest

Doel

Deze gemeenschappelijke regeling heeft als doel het realiseren van een effectieve, efficiënte en kwalitatief hoogwaardige en klantgerichte uitvoering van de afval- en reinigingstaken voor alle deelnemende gemeenten. Deze uitvoering zorgt voor een schone, hele en veilige buitenruimte. 

Deelnemers

De gemeenten Baarn, Bunnik, IJsselstein, Nieuwegein, Soest en Zeist.

Openbaar belang

RMN is afval- en grondstoffenexpert, opereert zelfbewust en draagt actief bij aan circulaire doelen en duurzaamheidsdoelen.

RMN voert de volgende taken voor de gemeente uit:

  • verzorgen van grondstof- en afvalbeheer door middel van inzameling; 
  • verzorgen  van grondstof- en afvalbeheer door middel van het beheren van milieu straten; 
  • mechanisch straatvegen en handvegen, het verwijderen van zwerfafval op grijs, verzorgen van onkruidbestrijding, het reinigen van honden uitlaatstroken, het legen van prullenbakken en het legen en reinigen van kolken;
  • verzorgen van gladheidbestrijding en 
  • verzorgen van plaagdierbestrijding. 

Dit zijn de basistaken van de regeling. Gemeente IJsselstein neemt geen additionele taken af van de RMN.

Bestuurlijk belang

 Het college benoemt 1 lid en 1 plaatsvervangend lid in het Algemeen Bestuur. Wethouder Bekker is lid en wethouder Tas plaatsvervanger.

Financieel belang

RMN brengt de kosten van de taken bij de deelnemende gemeenten in rekening. De begroting bestaat uit vaste kosten (bv de uren van de medewerkers) en verrekenbare kosten (bv op basis van aangeboden tonnages afval). De baten en lasten van de AVU zijn opgenomen in de begroting van RMN. In de begroting zijn conform de BBV de van toepassing zijnde taakvelden opgenomen. 

Op basis van de ontwerpbegroting 2026 zijn de volgende bedragen opgenomen voor de gemeente IJsselstein (incl. de AVU):

Basistaken:

Afvalverwerking:       € 4.977.000    (afvalinzameling en beheer recyclestation);

Overige taken:            € 1.488.000    (gladheid-, plaagdieren- en onkruidbestrijding, kolkenreiniging en straatreiniging etc.);

Een overschot of tekort op de afvalverwerking wordt in de jaarrekening van de gemeente geëgaliseerd met de egalisatiereserve afvalstoffenheffing.

Evt. veranderingen

in een belang

N.v.t. 

Verhouding eigen en vreemd vermogen

 

1-1-2026

31-12-2026

Eigen vermogen

233.000

233.000

Vreemd vermogen

36.376.000

34.626.000

Cijfers zijn gebaseerd op meerjarenoverzicht balans ontwerp begroting 2026 RMN.

Resultaat

De begroting sluit met een saldo van € 200.000. Om de weerbaarheid binnen het financiële kader van het RMN te vergroten wordt in 2026 rekening gehouden met een post onvoorzien van €200.000.

Risico’s en weerstandsvermogen

De deelnemende gemeenten dragen voor de basistaken naar evenredigheid bij voor wat betreft zeggenschap en financiële risico's. De voordelen en nadelen van de additionele taken zijn volledig voor de afnemende deelnemer.

De weerstandscapaciteit wordt berekend uit de posten algemene reserve, bestemmingsreserve, stille reserves en gerealiseerd resultaat en bedraagt ultimo 2024 € 2.420.000.

Voor de ontwikkeling van de weerstandscapaciteit verwijzen wij u naar de ontwikkeling van de reserves bij de toelichting op de balans. Het bestuur van RMN heeft bepaald dat volledige verrekening van de lasten plaatsvindt met de deelnemende gemeenten met uitzondering van benoemde kosten die ten laste van de bestemmingsreserve worden gebracht. Positieve resultaten worden bij resultaatbestemming door het bestuur aan de algemene reserve toegevoegd of aan de deelnemende gemeenten uitgekeerd. Negatieve resultaten worden verrekend met de deelnemende gemeenten voor zover deze niet ten laste gebracht kunnen worden van de algemene reserve. Het restant van het voordelige resultaat vloeit na vaststelling van de jaarrekening, via de DVO-afrekeningen, terug naar de gemeenten.

In de begroting van de RMN worden ook risico’s beschreven met een inschatting van de kans op het risico, inclusief een bedrag eraan gekoppeld. Veel risico’s zijn grotendeels afgedekt door het onderbrengen ervan bij solide verzekeraars en door het voeren van een gericht beleid om de risico’s te beperken. De belangrijkste beheersing zit echter op het verbeteren van het inzicht in de beheersmaatregelen en het sturen op de uitvoering  van de maatregelen binnen de bedrijfsvoering RMN. Vanaf september 2021 worden risico's gemonitord in de voortgangsrapportages per budgethouder.

In 2024 zijn de risico’s voor RMN voor het eerst structureel in kaart gebracht waarbij gebruik is gemaakt van de Methode MAPGOOD. Voor de nieuwe versie van normen van het managementsysteem ISO 14001 is het een vereiste om de risico’s in kaart te brengen waarbij MAPGOOD, een veelgebruikte methode is. Het staat voor Mensen, Apparatuur, Programmatuur, Gegevens, Organisatie, Omgeving en Diensten. Dit zijn de verschillende invalshoeken om naar bedreigingen en risico's te kijken.

De geïdentificeerde risico’s krijgen een kans-score op een schaal van 1-5 en een impact-score op een schaal van 1-5. Naar gelang de risicowaarde (kans * impact) dient RMN passende maatregelen te nemen: accepteren of mitigeren.

De risicoanalyse dient periodiek herhaald te worden. Het management van RMN heeft het voornemen om in de tweede helft van 2025 een actuele, concern brede risicoanalyse op te stellen.

Ontwikkelingen

Op 16 februari 2022 heeft het algemeen bestuur van RMN het Meerjarenbeleidsplan 2022-2025 en het Verbeterplan Basis op
orde, samen bouwen aan RMN vastgesteld. Het onderdeel sturing en beheersing van de financiën voorziet in een projectmatige aanpak met duidelijke doelen, producten en mijlpalen. Dit is gericht op structurele verbetering van met name de managementinformatie, bedrijfsvoeringprocessen en de P&C-cyclus, waarbij de begroting dient aan te sluiten bij de uitvoering
van werkzaamheden. Momenteel implementeert RMN dit verbeterplan.

RMN heeft het voornemen om vanaf 2025 meer op planmatige basis gaan werken door middel van jaarplannen, als vervolg op
het Verbeterplan Basis op orde uit 2022. Op deze manier maakt RMN de organisatieontwikkeling dynamisch en actueel,  voortbouwend op de uitgezette missie en visie van het Meerjarenbeleidsplan 2022-2025.

Verplichte Kengetallen Weerstandsvermogen

 

 

Rekening 2024

Begroting 2025

Begroting 2026

Netto schuldquote

63,93%

77,06%

63,84%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen

63,39%

72,06%

63,84%

Solvabiliteitsratio

1,41%

0,64%

0,67%

Structurele exploitatieruimte

€200

€200

€200

 

Toelichting:

De netto schuldquote geeft de verhouding tussen de netto schulden en de inkomsten, oftewel (schulden – kortlopende vorderingen) / totale baten. De solvabiliteitsratio geeft de verhouding weer tussen het eigen vermogen en het totaal aan vreemd vermogen, dat is hier: (eigen vermogen / totaal vermogen) in %.

RMN werkt als non-profit organisatie zonder winstoogmerk en keert eventuele overschotten uit aan de deelnemende gemeenten. De deelnemende gemeenten staan garant voor eventuele tekorten. 

Beleidsprestaties

Met het Meerjarenbeleidsplan RMN 2022-2025 ‘basis op orde, samen bouwen aan RMN’, vastgesteld in februari 2022, zijn er in 2025 weer belangrijke stappen gezet in de doorontwikkeling van RMN. RMN heeft als scope producten en (advies-)diensten te leveren, die gerelateerd zijn aan: 

•    Het inzamelen van grondstoffen en restafval huis aan huis
•    Het inzamelen van grondstoffen en restafval via recyclestations
•    Het beheren van een schone, hele en veilige buitenruimte

 

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen - Omgevingsdienst regio Utrecht (ODRU)

Omgevingsdienst regio Utrecht (ODRU)

Programma

Wonen en ruimte

Vestigingsplaats

Utrecht

Doel

De ODRU ondersteunt en adviseert inwoners op het gebied van bouw- en milieuvergunningen en is gespecialiseerd in bouw- en milieutoezicht en -handhaving als het gaat om veiligheid, lucht, geluid, energie, afval en bodem. De experts van de ODRU werken in opdracht van de gemeente IJsselstein op het gebied van bouw en milieu. De ODRU is adviseur van de gemeente waarin we wonen en werken nog veiliger, duurzamer en gezonder maken. 

 

Deelnemers

De eigenaar-gemeenten zijn: de gemeenten Bunnik, De Bilt, De Ronde Venen, Montfoort, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vijfheerenlanden, Wijk bij Duurstede, Woerden, IJsselstein en Zeist.

Openbaar belang

Een juiste en efficiënte uitvoering van de taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving.

Bestuurlijk belang

Het college benoemt 1 lid en 1 plaatsvervangend lid in het Algemeen Bestuur. Wethouder Bekker is lid en wethouder Tas plaatsvervanger. Daarnaast is wethouder Bekker lid van het Dagelijks Bestuur. 

Financieel belang

Bestuur en management van ODRU zetten zich ervoor in ODRU in te richten als een flexibele, dienstverlenende organisatie met beperkte financiële risico's voor de deelnemers/eigenaar gemeenten. De formatie is afgestemd op gegarandeerde omzet. Aanvullende omzet wordt verricht door inhuur en uitbesteding. Functies worden alleen ingevuld wanneer dit past binnen de behoefte aan kennis en capaciteit. ODRU hanteert hiervoor een strategische personeelsplanning.

De gemeente IJsselstein heeft in 2026 17.350 uren begroot bij de ODRU. De totale bijdrage aan de ODRU in 2026 komt hiermee uit op ongeveer 2,2 miljoen Euro.

Evt. veranderingen in een belang

Niet van toepassing.

Verhouding eigen en vreemd vermogen

 

1-1-2026

31-12-2026

Eigen vermogen

1.710.200

1.710.200

Vreemd vermogen

6.757.600

6.931.100

Resultaat

De begroting 2026 is sluitend (resultaat € 0). 

Risico’s

Het algemene risicobeeld ligt op een lager niveau dan gerapporteerd in 2024.   Voorgenomen loon en prijscorrecties zijn niet opgenomen als risico, maar zijn meegenomen in bijgestelde begroting 2025. 

Risico's die gepaard gaan met de fusie en doorontwikkeling naar één Omgevingsdienst kunnen gedekt worden het positief resultaat uit 2024.

Ontwikkelingen

ODRU heeft in 2023 haar vernieuwde koers vastgesteld. Daarnaast is in het kader van het Interbestuurlijk Programma versterking VTH, een van de pijlers zoals verwoord in het rapport van de commissie Van Aartsen, een routekaart opgesteld om te komen tot een robuuste omgevingsdienst. De routekaart leidt waarschijnlijk tot een fusie met de Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht (RUD). Dit traject is zowel ambtelijk als bestuurlijk gestart. De verwachting is dat de fusie per 2026 plaats zal vinden. 

Verplichte Kengetallen Weerstands-vermogen

 

Rekening  2024

bijgestelde Begroting  2025

Begroting 2026

Netto schuldquote

-9,02%

-9,25% -9,75%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen

-9,02%

-9,25%

      -9,75%

Solvabiliteitsratio

20,62%

20,20% 19,79%

Structurele exploitatieruimte

0,00%

0,00% 0,00%
  • De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van ODRU ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie.  De netto schuldquote verbetert in de loop van de jaren vanwege de bijdragen van eigenaar gemeenten aan de voorziening bovenwettelijk verlof.
  • Solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de ODRU in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de ratio, hoe groter de weerbaarheid van de ODRU. 
  • Het laatste kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, doordat wordt gekeken naar de structurele baten en structurele lasten en deze worden vergeleken met de totale baten. Een positief of nihil percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten te dekken. Het percentage is vanaf 2023 0%, omdat de structurele baten dekkend zijn voor de structurele lasten.

Beleidsprestaties

De ODRU voert voor de gemeente IJsselstein de volgende taken uit:

  1. Omgevingswet, vergunningverlening, toezicht, handhaving en uitvoeringsbeleid
  2. Monumentenwet
  3. APV in het kader van de Omgevingswet, vergunningverlening en handhaving
  4. Huisnummerbesluiten
  5. Winkeltijdenwet, vergunningverlening, toezicht en handhaving
  6. Duurzaamheid, uitvoeringsbeleid
  7. Wet Bodembescherming, wettelijke taak en uitvoeringsbeleid,
  8. Wet Geluidhinder, wettelijke taak en uitvoeringsbeleid

Per jaar wordt een uitvoeringsprogramma (UVP) vastgesteld waarin alle producten die de gemeente afneemt, opgenomen zijn. Dit UVP is gebaseerd op de Productdienstencatalogus van de ODRU. Op basis van dit UVP en de daarmee samenhangende dienstverleningsovereenkomst vindt periodieke monitoring op de uitvoering plaats.

 

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen - VeiligheidsRegio Utrecht (VRU)

 

Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
Programma
Openbare orde en veiligheid
Vestigingsplaats Utrecht
Doel Het doel van de VRU is om te zorgen voor de kwaliteit van rampenbestrijding, crisisbeheersing en noodhulpverlening in de regio Utrecht te verbeteren. Door een intensieve samenwerking tussen gemeenten en de diverse hulpdiensten ontstaat een organisatie die bestuurlijk en operationeel gezien slagvaardig kan optreden bij crisisbeheersing en rampenbestrijding.

 

Deelnemers

 

Alle gemeenten in de Provincie Utrecht
Openbaar belang Adequate rampen- en crisisbeheersing
Ter behartiging van dit belang vervult de veiligheidsregio vier kerntaken:
1. Het ondersteunen en beheren van de regionale brandweerzorg, bevolkingszorg en de geneeskundige
hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR);
2. Het samen met de politie inrichten en in stand houden van een gemeenschappelijke meldkamer (GMU);
3. Het geven van adviezen over proactief en preventie aan de gemeentebesturen;
4. De voorbereiding van de crisisbeheersing en rampenbestrijding.
Bestuurlijk belang Het Algemeen Bestuur bestaat uit de fungerend burgemeesters van de deelnemende gemeenten (artikel 11 lid 1 Wet veiligheidsregio’s).
Financieel belang De bijdrage voor 2026 bedraagt € 2.217.000 (vastgestelde begroting VRU 2026, bestaande uit gezamenlijke
basistakenpakket (GBTP) en individueel gemeentelijk pluspakket (IGPP).
Eventuele veranderingen in een belang Geen: de wijziging in het financieel belang betreft voornamelijk reguliere indexatie van de bijdrage
Verhouding eigen en vreemd vermogen
  1-1-2026 31-12-2026
Eigen vermogen 28.867.000 29.606.000
Vreemd vermogen 69.631.000 75.308.000
Resultaat De Begroting 2026 van de VRU laat een positiefresultaat voor mutaties reserves zien van 739K. Dit positieve resultaat wordt met stortingen en onttrekkingen uit diverse reserves verrekend.
Risico's en weerstandsvermogen

In het algemeen geldt dat aan het aangaan van een gemeenschappelijke regeling ‘systeemrisico’s’ verbonden zijn. Voor sturing op beleid van de gemeenschappelijke regeling zijn de deelnemende gemeenten deels afhankelijk van besluitvorming in het AB, wat impliceert, dat gemeentelijke invloed beperkt is. Tegelijkertijd dragen deelnemende gemeente de financiële risico's wanneer het weerstandsvermogen van de regeling onvoldoende blijkt.

Op basis van de risico-inventarisatie door de VRU is de benodigde weerstandscapaciteit 2.641K. De beschikbare weerstandscapaciteit is eveneens 2.641K. In het voorstel voor resultaatbestemming bij de jaarstukken 2024 is een storting van € 1,2 miljoen in de (algemene) bedrijfsvoeringsreserve opgenomen. Dit is nodig om het weerstandsvermogen van de VRU op het noodzakelijke niveau te brengen. Uit de recente risico-inventarisatie blijkt dat de risico's zijn toegenomen wat resulteert in een hoger benodigd weerstandsvermogen. Een belangrijke factor hierbij is het risico op een korting van 10% op de Rijksbijdrage (BDuR) vanaf 2026. Daarnaast is het bestaande risico met betrekking tot de vrijwilligheid (verplichtend karakter) nader gekwantificeerd.

Omgevingswet

De omgevingswet is per 1 januari 2024 ingevoerd. Het Rijk en de bestuurlijke partners hebben afspraken gemaakt over het monitoren en evalueren van de financiële gevolgen van de stelselherziening Omgevingswet. De inzet is dat de wet budgetneutraal wordt ingevoerd, waarbij de minister heeft afgesproken op zoek te gaan naar oplossingen als uit de financiële evaluatie blijkt dat de invoeringskosten substantieel hoger zijn dan eerder voorzien.

Verplichtend karakter brandweervrijwilligers

Europese wetgeving duidt er op dat vrijwilligers als deeltijdwerkers beschouwd moeten worden zodra sprake is van een verplichtend karakter. Er bestaat een reëel risico dat de kosten voor brandweerzorg daardoor significant zullen gaan stijgen.

Overeenkomsten van opdracht voor eigen personeel (OVO's)

Verschillende werkzaamheden worden uitgevoerd op basis van een overeenkomst van opdrachten. Er bestaat een risico dat deze werkzaamheden als een (fictieve) dienstbetrekking gezien moeten worden.  Voor het berekenen van extra werkgeverslasten zoals loonheffing en werkgeverslasten wordt een opslagpercentage toegepast van 5-%. De kans dat dit risico zich voordoet is ingeschat op klein (25%).

CAO Regeling Vervroegd Uittreden

In de huidige CAO is een tijdelijke regeling voor vervroegd uittreden (RVU) opgenomen. Medewerkers hebben op basis van deze regeling de mogelijkheid eerder met pensioen te gaan. De VRU keert vervolgens maandelijks een bedrag uit totdat de medewerker de AOW-leeftijd heeft bereikt. Het financieel effect van de tijdelijke Regeling voor Vervroegd Uittreden (RVU) is niet verwerkt in de begroting 2026 en daarmee is voor de RVU geen dekking in de begroting opgenomen. In de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit is wel een bedrag hiervoor opgenomen.

Ontwikkelingen

In 2023 heeft het AB VRU de bestuursagenda 2024-2027 vastgesteld. De bestuursagenda is gebaseerd op het regionaal risicoprofiel wat begin 2023 is vastgesteld. De bestuursagenda levert vier programma-onderdelen op:

  • Brandweer – Toekomstbestendige brandweerzorg
  • Risicobeheersing – Veilige en gezonde leefomgeving
  • Crisisbeheersing en GHOR – Versterking crisisbeheersing
  • Algemeen – Ondersteuning organisatie en algemene dekkingsmiddelen

De gemeenten staan financieel onder druk door een verwachte daling van de inkomsten uit het gemeentefonds. Dit dwingt veel gemeenten tot bezuinigingen. Verschillende gemeenten hebben dan ook in hun zienswijzen gevraagd om rekening te houden met de financiële situatie van de gemeenten door de stijging van de gemeentelijke bijdrage te beperken of om besparingsopties in kaart te brengen. Tegelijkertijd wordt de VRU steeds vaker langdurig ingezet, met name bij crises, terwijl wettelijke verplichtingen en veiligheidseisen toenemen. Daarnaast staat de VRU voor grote uitdagingen door technologische en maatschappelijke veranderingen, krapte op de arbeidsmarkt, hoge inflatie, lange levertijden voor materieel en nieuwe risico’s zoals netcongestie, klimaatverandering, verduurzaming en geopolitieke spanningen. Om de taken te blijven uitvoeren en te anticiperen op nieuwe uitdagingen, zijn daarom ook investeringen noodzakelijk. In de afgelopen periode zijn daarom toekomstscenario’s ontwikkeld om investeringen en besparingsopties in kaart te brengen. De eerste beelden laten zien dat er mogelijk behoorlijke gevolgen zijn voor gemeente IJsselstein. Oorzaken daarvan zijn onder andere het opheffen van het compensatiemechanisme, herzien kosten maatwerk en invoering volumecomponent in de financieringssystematiek.

De uitkomst van het traject rondom de toekomstvisie wordt eind 2025 verwacht. We verwachten hieruit nog geen grote financiële gevolgen voor 2026. Mogelijk gaat het wel impact hebben op de periode daarna.

Verplichte Kengetallen Weerstandsvermogen

 

Rekening 2024

Begroting 2025

Begroting 2026

Netto schuldquote

21,1%

31,5%

36,1%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen

21,1%

31.5%

36,0%

Solvabiliteitsratio

32,7%

30,3%

28,1%

Structurele exploitatieruimte

-0,5%

-0,2%

 0,1%

Beleidsprestaties

Brandweer - Toekomstbestendige brandweerzorg

Brandweer

  • Doorontwikkelen paraatheid
  • Versterken vakbekwaamheid
  • Innovatie toepassen t.b.v. arbeidsveiligheid
  • Verstevigen natuurbrandbestrijding
  • Onze brandweermensen (vinden, boeien, binden)

Risicobeheersing - Veilige en gezonde leefomogeving

Veilige leefomgeving

  • Risicogericht werken
  • Voorbereiden op nieuwe risico's
  • Nieuwe voorlichtingsactiviteiten

Veerkrachtige redzame samenleving

  • Start programma veerkracht

Breed gezamenlijk netwerk

  • Intensiveren van de contacten met de netwerkpartners

Crisisbeheersing en GHOR - Versterking crisisbeheersing

Crisisbeheersing

  • Uitvoering programma Versterking Crisisbeheersing
  • Upgraden planvorming crisisbeheersing
  • Optimaliseren van de lerende organisatie – basis op orde vakbekwaamheid
  • Uitvoeren Bevolkingszorg 3.0
  • Consolideren en versterken Vakbekwaamheid in de keten
  • Versterken ketenpreparatie zorgketen

GHOR

  • Borgen (Implementeren en positioneren) zorgrisicoprofiel

Meldkamer

  • Verder harmoniseren van meldkamerprocessen tussen de Veiligheidsregio's Flevoland, Gooi en Vechtstreek en Utrecht.
  • Oprichten van staf Meldkamer Midden Nederland Veiligheidsregio's
  • Voorbereiden en uitvoeren van de Livegang van de Meldkamer Midden-Nederland op 3 juni 2025
  • Oprichten en implementeren van opschaling meldkamer voor 0900 – 0904 tijdens grote drukte.
  • Oprichten en implementeren van Multidisciplinair Meldkamer overleg
Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen - Werk en Inkomen Lekstroom (WIL)

Werk en Inkomen Lekstroom (WIL)

Programma

Inkomen, jeugd en Wmo

Vestigingsplaats

Nieuwegein

Doel

Klantgerichte, rechtmatige, doelmatige en doeltreffende uitvoering van de wetten en regelingen waarvan de uitvoering is overgedragen aan de gemeenschappelijke regeling. Het gaat om taken ten aanzien van de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere - en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW),  de wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004, minimabeleid, artikel 1,13 van de Wet kinderopvang, de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en de Wet op de Lijkbezorging (artikelen 21 en 22).

Deelnemers

De gemeenten Lopik, Nieuwegein, Houten en IJsselstein.

Openbaar belang

Adequate uitvoering van dienstverlening op het gebied van Werk en Inkomen aan inwoners waar de gemeente (wettelijk) voor verantwoordelijk is en waarvoor deze verantwoordelijkheid over is gedragen aan WIL.

Bestuurlijk belang

De gemeente is vertegenwoordigd in het Algemeen en Dagelijks bestuur. De raad benoemt 2 leden en 2 plaatsvervangende leden in het Algemeen Bestuur. Wethouder Schell en wethouder Foekema zijn lid, en wethouder Tas en wethouder Bekker zijn plaatsvervanger. Daarnaast is wethouder Schell lid van het Dagelijks Bestuur.

Financieel belang

De directe kosten (bijvoorbeeld bijstandsuitkeringen) van de diverse regelingen worden rechtstreeks toegerekend aan de gemeenten. Voor de indirecte kosten (uitvoering) draagt de gemeente bij op basis van een verdeelsleutel. 

WIL hanteert de nullijn als uitgangspunt voor de begroting. Dit betekent dat WIL haar taken moet uitvoeren met de middelen die door de deelnemende gemeenten beschikbaar worden gesteld. tenzij de gemeenten incidenteel of structureel extra middelen beschikbaar stellen op specifieke onderdelen.  

Op basis van de definitieve begroting 2026 van WIL zal de bijdrage voor 2026 uitkomen op circa:

Programma Inkomen                                                        € 10.975.000 (cliëntgebonden kosten en uitvoeringskosten)

Programma Werk                                                               €    1.154.000 (cliëntgebonden kosten en uitvoeringskosten)

Programma Inkomensondersteuning                     € 1.832.000 (cliëntgebonden kosten incl. maatwerk en uitvoeringskosten)

Uitvoeringskosten Overhead                                       € 1.987.000

 

Evt. veranderingen in een belang

Geen

Verhouding eigen en vreemd vermogen

 

 

01-01-2026

31-12-2026

Eigen vermogen

0

0

Vreemd vermogen

5.085.000

5.085.000

 

Resultaat

De begroting sluit met een saldo van 0.

Risico’s

WIL beschikt niet over eigen vermogen, dus risico’s met financiële gevolgen komen voor rekening van de deelnemende gemeenten.

WIL onderkent een aantal risico’s. De voornaamste (met classificering  "gemiddeld" of “hoog”) zijn:

  • Personeel/krapte op de arbeidsmarkt: door de krappere arbeidsmarkt is het vinden, binden en boeien van (goed) personeel lastig
  • Hogere uitvoerings-en regelingskosten. In de begroting WIL 2026 zijn de regelingskosten voor BUIG, schuldhulpverlening en inkomensondersteuning op basis van het aantal klanten berekend (eindcijfer 2024 per gemeente + 2% en indexering uitkering met 2,7%)
  • Een hoog ziekteverzuim vanwege aanhoudende en soms te hoge werkdruk in combinatie met krapte op de arbeidsmarkt
  • (Te) veel maatwerk per gemeente wat extra benodigde kennis of specifieke ervaring vraagt
  • Participatiewet in balans en op peil houden van basiskennis. Door capaciteitsgebrek weinig tijd voor voorbereiding en gevolgen nieuwe wetgeving.

Ontwikkelingen

Stijging aantal klanten: 25 erbij conform de verwachtingen van het CPB en Divosa. WIL heeft dit in de begroting 2026 verwerkt.   

Doorontwikkeling dienstverlening WIL voor herstel en het structureel borgen van de balans tussen opdracht, dienstverlening en financiën, samen met de WIL-gemeenten. Dit betekent enerzijds aanpassen van de dienstverlening aan de eisen van deze tijd, nog meer te werken vanuit vertrouwen, eenvoud, maatwerk en werken vanuit de bedoeling en anderzijds een kosteneffectieve uitvoering.  Hiervoor is de Ontwikkelagenda WIL 2026-2028 opgesteld met 10 actielijnen. De uitvoering van de meeste actielijnen staat gepland voor 2026 e.v. voor sommige actielijnen zijn de voorbereidingen in 2025 gestart.

Begin 2025 is de ketenregisseur voor het traject Sociale Infrastructuur Lekstroom Werkt (SILW) gestart. Dit naar aanleiding van de lange termijn verkenning  naar een duurzame, toekomstbestendige uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening en Participatiewet. De Lekstroomgemeenten, WIL en WerkwIJSS werken hierin samen met als doel inwoners effectief en efficiënt duurzaam toe te leiden naar werk/participatie. 

Participatiewet in Balans, 21 maatregelen die moeten bijdragen aan het vereenvoudigen en verbeteren van de Participatiewet. Zal op zijn vroegst op 1 januari 2026 in werking treden. WIL werkt al steeds meer vanuit eenvoud, vertrouwen en maatwerk.  Daarnaast kunnen/worden onderdelen verwerkt in de Ontwikkelagenda en de sociale infrastructuur Lekstroom Werkt.

Beleidsplan schuldhulpverlening (2025-2028) met daarin de basisdienstverlening schuldhulpverlening en doorontwikkeling vroegsignalering. 

Wet van school naar duurzaam werk op gericht het verbeteren van de overstap van onderwijs naar werk voor op jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt (vso, pro, mbo en vsv) waarbij gemeenten, doorstroompunten en scholen moeten hiervoor samenwerken.  De verwachting is dat de wet per 1 januari 2026 in werking treedt. Bestaande aanpakken (school werkt, jeugdwerkloosheid en hulp in het mbo) worden samengevoegd tot 1 regionaal programma (2026-2029). Uitvoering op het niveau van de arbeidsmarktregio met de arbeidsmarkt en het onderwijs met financiering vanuit het Rijk. 

Doorontwikkeling van de structuur, voorzieningen en afspraken op het niveau van de arbeidsmarkt regio: definitief vormgeven Regionaal Beraad (voorheen Utrechtse werktafel) bestaande uit minimaal zes ketenpartners vanuit onderwijs, werk en inkomen, UWV, werkgeversorganisaties, werknemersorganisatie en economie. En ontwikkeling van een regionaal werkcentrum  samen met de partners in de arbeidsmarktregio. Dit betekent onder meer dat de bestaande werkgeversservicepunten hierin opgaan.

Verplichte Kengetallen Weerstands-vermogen

 

Rekening 2024

Begroting 2025

Begroting 2026

Netto schuldquote

0,00%

-0,15%

0,00%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen

0,00%

-0,15%

0,00%

Solvabiliteitsratio

0,00%

0,00%

0,00%

Structurele exploitatieruimte

0,00%

0,00%

0,00%

Beleidsprestaties

WIL voert die taken uit voor de deelnemende gemeenten waar gemeenten op grond van de volgende wetten toe verplicht zijn: Participatiewet; Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werklozen; Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; Minimabeleid; Besluit bijstandsverlening zelfstandigen; Wet gemeentelijke schuldhulpverlening; Wet kinderopvang (artikel 1.22 tot en met 1.28); Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

WIL zorgt in het kader van deze regelingen voor een adequaat aanbod van diensten aan inwoners.

Daarnaast voert WIL werkzaamheden uit in het kader van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) op basis van een dienstverleningsovereenkomst (DVO) en onder meer de alleenverdienersproblematiek en leefgeldregeling en inning eigen bijdrage voor Oekraïners.

Stichtingen en verenigingen

Terug naar navigatie - Stichtingen en verenigingen - Stichting Inkoopbureau Midden Nederland (IBMN)

Stichting Inkoopbureau Midden Nederland (IBMN)

Programma

Bestuur en organisatie.

Vestigingsplaats

Vianen

Doel

IBMN stelt deelnemers in staat om te besparen en maximaal sociale en maatschappelijke meerwaarde te realiseren door middel van hun inkoopprojecten. IBMN biedt daarom professionele en deskundige inkoopondersteuning op een manier die nauw aansluit bij de individuele wensen van de deelnemer.

Deelnemers

IJsselstein, Leusden, Molenlanden, Montfoort, Scherpenzeel, Vijfheerenlanden, Woudenberg, Avres, Reinigingsbedrijf Midden Nederland, Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug.

Openbaar belang

Rechtmatig en transparant inkopen en aanbesteden.

Bestuurlijk belang

Het bestuur bestaat volgens de statuten uit de gemeentesecretarissen van de samenwerkende gemeenten. De locosecretaris is de formele plaatsvervanger.

Financieel belang

In de begroting 2026 van de gemeente IJsselstein is een bedrag van € 179.000 geraamd voor ondersteuning en advies bij inkoop en aanbesteden

Evt. veranderingen in een belang

Niet van toepassing.

Verhouding eigen en vreemd vermogen

Niet van toepassing. Gezien relatie niet relevant voor gemeente.

Resultaat

De geraamde kosten worden gedekt door de deelnemersbijdragen. Die bestaan uit een vaste bijdrage en een garantieafname. Per saldo is het resultaat 0.

Risico’s

Geen verhoogd risico.

Ontwikkelingen

IBMN werkt met een bedrijfsplan dat inspeelt op de veranderende omgeving en regio. Het plan is productgericht. Het specialisme van IBMN, werken met domeinen, blijft intact. Er is geen sprake van ontwikkelingen die een grote impact hebben op de gemeente. 

Beleidsprestaties

De door IBMN uit te voeren diensten voldoen aan de eisen van kwaliteit, deugdelijkheid, doelmatigheid en professionaliteit. Daarmee draagt IBMN bij aan een kwalitatief en procesmatig goed inkoopproces. Hiermee draagt IBMN ook bij aan het borgen van rechtmatige inkoop door de gemeente.

Terug naar navigatie - Stichtingen en verenigingen - Stichting Robijn

Stichting Robijn

Algemeen

Het openbaar onderwijs in IJsselstein en Nieuwegein is verzelfstandigd in stichting Robijn. De gemeente heeft geen direct bestuurlijk of financieel belang bij stichting Robijn. Echter is er wel een indirect belang aangezien de gemeente verantwoordelijk is voor het bieden van openbaar onderwijs

Toezicht

De gemeente heeft een aantal toezichthoudende taken. De kaderstellende taken zijn belegd bij de gemeenteraad en de uitvoerende taken bij het college.

Het toezicht wordt ingevuld op basis van de Governance notitie van Robijn (november 2016).

Twee keer per jaar vindt een integraal voortgangsoverleg plaats over zowel de financiële voortgang als de onderwijskwaliteit. Dit overleg vindt plaats in gezamenlijkheid met beide portefeuillehouders, de bestuurder van stichting Robijn en één keer per jaar met een afvaardiging van de Raad van Toezicht.

Deze overleggen vinden plaats aan de hand van een rapportage van de stichting:

  • in oktober na verwerking van de leerlingentellingen en omtrent de contouren van de komende begroting (en meerjarenplanning)
  • in maart/april – voorafgaande aan de Kaderbrief van de gemeenten voor het nieuwe begrotingsjaar – omtrent de voortgang van de financiën.

Bestuurlijke en financiële ontwikkelingen

Het college is bestuurlijk verantwoordelijk voor het in stand houden van afdoende openbaar onderwijs. Dit valt binnen de portefeuille van de wethouder Onderwijs. 

Ontwikkelingen

De begroting 2026 wordt in het najaar 2025 verwacht. De aandachtspunten voor 2026 zullen daarin verwoord worden. Er zijn geen ontwikkelingen die significante impact hebben op de gemeente.

Beleidsprestaties

De gemeente heeft een wettelijke taak om voldoende openbaar onderwijs te bieden op een voldoende aantal scholen (wet op het primair onderwijs). In de begroting zijn geen specifieke beleidsprestaties opgenomen ten aanzien van het openbaar onderwijs. Wel is als algemene beleidskader verwoord over de beschikbaarheid van adequate onderwijshuisvesting, de ononderbroken leerweg en de nauwe samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg.

Terug naar navigatie - Stichtingen en verenigingen - Stichting WerkwIJSS (Beschut werk Lekstroom)

 

Stichting WerkwIJSS (Beschut werk Lekstroom)

Programma

Inkomen, jeugd en Wmo

Vestigingsplaats

IJsselstein

Doel

Het organiseren van beschutte werkplekken en leerwerktrajecten voor personen met een arbeidsbeperking in het kader van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) of Nieuw beschut werk (Participatiewet) dan wel een achterstand tot de arbeidsmarkt.  Bij WerkwIJSS kunnen deze mensen aan de slag en zich verder ontwikkelen.

Deelnemers

De gemeenten Lopik, IJsselstein, Nieuwegein

Bestuurlijk belang

De gemeente is vertegenwoordigd in de raad van commissarissen (RvC) en heeft hier stemrecht. Wethouder Schell is door het college aangewezen als vertegenwoordiger in de RvC.

De begroting van WerkwIJSS kent een zienswijze procedure voor de gemeenteraad.

Financieel belang

De begroting van WerkwIJSS is geen direct onderdeel van de gemeentebegroting. De gemeente koopt beschutte werkplekken in bij de stichting. Het door de gemeente te betalen tarief per beschutte werkplek is de uitkomst van het financieel resultaat van de stichting gedeeld door het totaal aantal ingekochte werkplekken van alle gemeenten. Hiermee is de gemeente (indirect) verantwoordelijk voor het resultaat van de stichting.

Evt. veranderingen in een belang

Niet van toepassing

Verhouding eigen en vreemd vermogen

Niet van toepassing (Gezien relatie niet relevant voor gemeente)

Resultaat

De begroting sluit met een saldo van 0.

Risico’s

Hogere kosten en/of lagere opbrengsten van WerkwIJSS kunnen leiden tot hogere kosten voor de gemeente. Al een aantal jaren stijgen de kosten per werkplek door hogere loonkosten in combinatie met de huidige opzet van Werkwijss (vaste kosten voor o.a. de locatie, faciliteiten en personeel) en niet-volledige benutting van de capaciteit van WerkwIJSS (100 werkplekken) door de deelnemende gemeenten. IJsselstein maakt wel veel gebruik van WerkwIJSS en draagt daardoor steeds meer bij  in het totale exploitatieresultaat. 

Het weerstandsvermogen is € 121.000 met een maximale bandbreedte van 40%.  In 2024 is een nieuwe beoordeling van risico's en benodigd vermogen gedaan. Afgesproken is dat het benodigde minimale weerstandsvermogen op € 121.000 gehandhaafd blijft. Bij negatieve exploitatieresultaten wordt aanvullende financiering van de gemeenten gevraagd. 

Ontwikkelingen

Toename van het aantal Wsw-medewerkers dat is aangewezen op een beschutte werkplek. De populatie veroudert en de mogelijkheden van de medewerkers worden minder. Medewerkers vallen terug naar beschut werken vanuit begeleid werken, (groeps)detachering, groen of schoonmaak.

Versterken van de (praktijk)begeleiding. in verband met de toegenomen begeleidingsbehoefte van medewerkers door de groeiende instroom van nieuwe (kortlopende) maatwerktrajecten en de huidige (Wsw)groep in combinatie met het doel van arbeidsontwikkeling

Uitvoeringsagenda Wsw Lekstroom: alle korte termijn verbeteracties zijn geïmplementeerd.  De lange termijn verbeteractie (verkenning structuurwijziging organisatie en uitvoering Sw Lekstroom) is in de loop van 2024 verbreed naar de Participatiewet en  en daarmee de hele sociale infrastructuur op het gebied van werk in de Lekstroomgemeenten.  Begin 2025 is gestart met ketenregie voor een meer gerichte, geharmoniseerde en samenhangende dienstverlening rondom werk. De planning is dat in de loop van 2026 de overstap wordt gemaakt naar kwartiermaken waarin de gewenste ketensamenwerking wordt geconcretiseerd naar passende organisatorische constructies waardoor een passende governance ontstaat.  Dan wordt duidelijk of de bestaande structuren (WerkwIJSS en Werk en Inkomen Lekstroom) en governance moeten veranderen of niet. 

Begin 2025 is de gemeente Vijfheerenlanden  uitgetreden uit de Stichting WerkwIJSS beschut. De gemeente blijft wel wsw-werkplekken afnemen.

Op termijn is sprake van herhuisvesting vanwege de ontwikkeling van de huidige locatie (Paardenveld-Noord). 

Beleidsprestaties

WerkwIJSS biedt voldoende passende werkplekken en leerwerktrajecten voor inwoners van IJsselstein die hier op zijn aangewezen binnen de afgesproken financiële kaders.

Terug naar navigatie - Stichtingen en verenigingen - Stichting WerkwIJSS Schoon

Stichting WerkwIJSS Schoon

Programma

Inkomen, jeugd en Wmo

Vestigingsplaats

IJsselstein

Doel

Het organiseren van beschutte werkplekken en leerwerktrajecten voor personen met een arbeidsbeperking in het kader van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) of Nieuw beschut werk (Participatiewet) dan wel een achterstand tot de arbeidsmarkt. Bij WerkwIJSS Schoon kunnen deze mensen aan de slag en zich verder ontwikkelen. 

Deelnemers

De gemeenten Lopik en IJsselstein

Openbaar belang

Voldoende werkplekken en leerwerktrajecten gericht op het uitvoeren van schoonmaakwerkzaamheden voor inwoners die hier op zijn aangewezen

Bestuurlijk belang

De gemeente is vertegenwoordigd in de raad van commissarissen (RvC) en heeft hier stemrecht. Wethouder Schell is door het college aangewezen als vertegenwoordiger in de RvC.

De begroting van WerkwIJSS Schoon kent een zienswijze procedure voor de gemeenteraad.

Financieel belang

De begroting van WerkwIJSS Schoon is geen direct onderdeel van de gemeentebegroting. De gemeente ontvangt een detacheringsvergoeding per regelingsgebonden-werknemer (hoofdzakelijk Wsw-werknemers) van de stichting.  De hoogte van de detacheringsvergoeding bij Schoon is de uitkomst van het financieel resultaat van de stichting gedeeld door het aantal regelingsgebonden-werknemers. Hiermee is de gemeente (indirect) verantwoordelijk voor het resultaat van de stichting.

Evt. veranderingen in een belang

De laatste jaren is steeds vaker sprake van een negatief financieel resultaat als gevolg van o.a. de toegenomen begeleidingsbehoefte van de medewerkers. De schoonmaak-leerwerkplekken ontwikkelen zich daardoor meer en meer als beschutte werkplekken zonder detacheringsopbrengsten waardoor de gemeente extra moet bijdragen. 

Verhouding eigen en vreemd vermogen

Niet van toepassing (Gezien relatie niet relevant voor gemeente)

Resultaat

De begroting sluit met een saldo van 0.

Risico’s

Hogere kosten en/of lagere opbrengsten van WerkwIJSS Schoon kunnen leiden tot een lagere of negatieve door de gemeente te ontvangen detacheringsvergoeding.

Bijna alle medewerkers van WerkwIJSS Schoon zijn inwoners van IJsselstein . Daardoor draagt de gemeente IJsselstein steeds meer bij in het totale exploitatieresultaat en komt het risico in steeds hogere mate te liggen bij de gemeente IJsselstein. 

Het weerstandsvermogen is minimaal € 117.000 met een bandbreedte van maximaal 40%. In 2024 is een nieuwe beoordeling van risico's en benodigd weerstandsvermogen gedaan. Besloten is dat het weerstandsvermogen op het eerder bepaalde minimum niveau gehandhaafd blijft.  Bij negatieve exploitatieresultaten zal aanvullende financiering van de gemeenten worden gevraagd.

Ontwikkelingen

In 2024 heeft IJsselstein het schoonmaakbestek herijkt. De begroting  2026 is gebaseerd op herijkte marktconforme calculaties voor de schoonmaakdienstverlening. De tariefaanpassing is lager uitgevallen dan de 25% waarvan WerkwIJSS was uitgegaan

Toegenomen begeleidingsbehoefte van medewerkers door de instroom van nieuwe (kortlopende) maatwerktrajecten en de zittende (Wsw) groep in combinatie met de doelstelling van arbeidsontwikkeling. 

De schoonmaakwerkplekken ontwikkelen zich meer en meer als beschutte leerwerkplekken zonder detacheringsvergoeding. WerkwIJSS rekent in haar begroting met een financiering per plek die gelijk is aan het tarief van de beschutte werkplekken.

Versterken van de (praktijk)begeleiding in verband met de hierboven genoemde toegenomen begeleidingsbehoefte van de medewerkers.

De ketenregie  voor de "Sociale Infrastructuur Lekstroom Werkt" (SILW) is gestart in 2025. Gemeenten werken nauw samen met de uitvoeringsorganisaties Werk & Inkomen Lekstroom en WerkwIJSS. Voor nieuwe instroom op de leerwerkplekken is intensieve(re) samenwerking en zeer goede aansluiting op de lokale werkteams van de gemeenten van belang. SILW is gevraagd om te adviseren over hoe de schoonmaakleerwerkplekken en -trajecten een passende plek in deze infrastructuur krijgen. Deze verkenning en besluitvorming over de toekomst van de schoonmaakactiviteiten van IJsselstein en Lopik zal minimaal een jaar doorlooptijd kennen. Op de uitkomsten hiervan kunnen we niet vooruitlopen. 

Verder verkennen van de toekomstige huisvesting met goede bereikbaarheid voor medewerkers en voldoende flexibiliteit.

Beleidsprestaties

WerkwIJSS Schoon biedt passende werkplekken en leerwerktrajecten voor inwoners van IJsselstein die hier op zijn aangewezen binnen de afgesproken financiële kaders.

Coöperaties en vennootschappen

Terug naar navigatie - Coöperaties en vennootschappen - BNG Bank NV (BNG)

BNG Bank NV (BNG)

Programma

Algemene dekkingsmiddelen

Vestigingsplaats

Den Haag

Doel

De BNG Bank NV, ook wel bekend als de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is de bank voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. De strategie van de bank is gericht op het behouden van substantiële marktaandelen in het Nederlands maatschappelijk domein en het handhaven van een excellente kredietwaardigheid (Triple A).

De BNG keert dividend uit en levert daarmee een bijdrage aan de algemene middelen.

Deelnemers

De staat, gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap.

Openbaar belang

BNG is de bank van en voor overheden in instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.

Bestuurlijk belang

De gemeente is aandeelhouder en heeft stemrecht in de algemene vergadering van aandeelhouders. Wethouder Foekema is de door het college aangewezen vertegenwoordiger.

Financieel belang

De staat is houder van de helft van de aandelen. De andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap. De gemeente IJsselstein bezit 4.563 aandelen à € 2,85 nominaal. De nominale waarde van het aandelenbelang is dus € 13.000.

Evt. veranderingen in een belang

Niet van toepassing.

Verhouding eigen en vreemd vermogen

 

01-01-2025

31-12-2025

Eigen vermogen

€ 4.777.000

n.n.

Vreemd vermogen

€ 123.164.000

n.n.

Resultaat

294 miljoen euro (netto) over 2024. 

Risico’s

De BNG loopt diverse risico’s (kredietrisico’s, marktrisico’s, liquiditeitsrisico’s, operationele en strategische risico’s), die zijn uitgewerkt in het Annual Report BNG Bank. Het risicobeheer is gebaseerd op een Risk Appetite Statement en gericht op handhaving van het risicoprofiel.

De risico's van BNG hebben geen direct effect op de gemeente IJsselstein. Enkel via het resultaat en hiermee samenhangend dividend kan het een zeer beperkte indirecte impact hebben.

Ontwikkelingen

BNG Bank streeft niet naar winstmaximalisatie, maar naar maatschappelijke impact en een redelijk rendement voor de aandeelhoudende overheden. Er zijn geen ontwikkelingen die een significante impact hebben op de gemeente IJsselstein.

Beleidsprestaties

De BNG biedt goedkope en duurzame financiering en financiële dienstverlening aan, voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Het beleid van de BNG heeft geen directe relatie met het beleid van de gemeente IJsselstein.

Terug naar navigatie - Coöperaties en vennootschappen - Vitens NV

Vitens NV

Programma

Algemene dekkingsmiddelen

Vestigingsplaats

Zwolle

Doel

De uitoefening van een publiek (drink)waterbedrijf, waaronder de winning, de productie, transport, verkoop en distributie van water. Daarnaast ook het verrichten van alles wat met de publieke watervoorziening verband houdt of daaraan kan bijdragen.

Deelnemers

De aandeelhouders van Vitens zijn 105 gemeenten en 5 provincies.

Openbaar belang

Kwaliteit en continuïteit van schoon en betaalbaar drinkwater leveren en de duurzaamheid van bronnen in wingebieden en infrastructuur borgen.

Bestuurlijk belang

De gemeente is aandeelhouder en heeft stemrecht in de algemene vergadering van aandeelhouders. Wethouder Foekema is de door het college aangewezen vertegenwoordiger.

Financieel belang

Gemeente IJsselstein bezit 31.228 aandelen van € 1.

Evt. veranderingen in een belang

Niet van toepassing.


Verhouding eigen en vreemd vermogen

  01-01-2025 31-12-2025
Eigen vermogen €    713.600.000 n.n.
  € 1.684.800.000 n.n.
  De winst over 2024 bedraagt € 34,5 mln.

Risico’s

De risico's van Vitens staan toegelicht in het jaarverslag van Vitens. Deze hebben geen directe relatie met de gemeente IJsselstein.

Ontwikkelingen

Wij zien geen ontwikkelingen die een directe relatie hebben met de gemeente IJsselstein.

Beleidsprestaties

Vitens draagt bij aan schoon en betaalbaar drinkwater voor de bewoners, aan een duurzaam onderhoud van de waterwingebieden en het in stand houden van de infrastructuur om water aan de huishoudens te leveren. Hoewel de activiteiten van Vitens zeer belangrijk zijn voor de inwoners van IJsselstein, voert Vitens geen gemeentelijke taak uit. Er is dus geen directe relatie met het beleid van de gemeente.