| Risico’s |
Beheersmaatregelen |
Verwachting voor 2026 |
Kans in % |
Bruto bedrag in € .000 |
Netto (kans x bruto) in € .000 |
|
Programma algemene dekkingsmiddelen
|
|
|
Gegarandeerde geldlening
De gemeente heeft garanties verstrekt vanuit haar publieke functie. Hieronder zijn de bedragen en risico's per beleidsveld weergegeven. De garanties zien toe op leningen die Cazas en enkele zorginstellingen zijn aangegaan.
Het risico bestaat dat de wederpartij niet aan haar verplichtingen kan voldoen en de gemeente deze (deels) dient over te nemen.
Volkshuisvesting (Cazas)
Welzijn (zorginstellingen)
|
In de financiële verordening is opgenomen dat:
- Alleen garanties verstrekt kunnen worden indien er geen waarborgfonds bestaat voor het beleidsterrein
- Hypotheekrecht wordt gevestigd indien de aanvrager over eigen accommodatie beschikt
- Oude garanties zoveel mogelijk worden afgebouwd
- De lening is aangetrokken ten behoeve van een investering die past in het gemeentelijk beleid.
Verder gelden voor de garanties aan Cazas dezelfde beheersmaatregelen als voor de leningen aan Cazas (zie bovenstaand). Ook voor de garanties aan zorginstellingen beoordelen wij jaarlijks de liquiditeit en solvabiliteit van de instellingen.
|
Geen van de garanties is tot op heden ingeroepen. Het risico heeft zich dus in eerdere jarenniet voorgedaan.
Het risico ten aanzien van Cazas wordt - conform de verstrekte lening - als zeer klein ingeschat. Dit risico is onveranderd.
Het risico ten aanzien van zorginstellingen is groter omdat de financiële positie minder sterk is en er minder activa tegenover de schulden van de zorginstellingen staan. De solvabiliteit en liquiditeit van de instellingen is verbeterd t.o.v. eerder jaren. Ook neemt het risicobedrag af doordat er recent geen nieuwe garanties zijn gegeven en oude leningen worden afgelost.
Het bedrag waarover risico wordt gelopen is gebaseerd op de verwachte omvang van de gegarandeerde leningen eind 2025.
|
1
10
|
45.000
8.000
|
450
800
|
|
Gemeenschappelijke regelingen
Het risico bestaat dat de gemeente haar bijdrage aan een gemeenschappelijke regeling (GR) dient te verhogen wanneer deze geconfronteerd worden met financiële tegenvallers. Dit risico doet zich met name voor wanneer een GR geen eigen reserves of weerstandsvermogen aanhoudt. Door deelname verplicht de gemeente zich om naar evenredigheid bij te dragen in de kosten. Zie ook de paragraaf verbonden partijen waar actuele informatie wordt gegeven omtrent de financiële positie per GR.
|
Het beheersen van risico's omtrent gemeenschappelijke regelingen en andere verbonden partijen is een continue aandachtspunt voor de gemeente. Risicobeheersing van de gemeente omvat onder meer de bestuurlijke afvaardiging (in een gemeenschappelijke regeling), de monitoring door regievoerder en control op beleids- en financiële prestaties, en het beoordelen van begrotingen, jaarrekening en andere P&C documenten.
Waar relevant dienen we zienswijzen in op P&C stukken en werken we samen met andere deelnemende gemeenten.
|
Het risicobedrag is gebaseerd op bijdragen aan de bestaande verbonden partijen.
Deze schatting is gebaseerd op ervaringen in recente jaren van afwijkingen tussen begroting en realisatie van de betreffende regeling.
|
% per GR bepaald, zie volgende tabel.
|
19.550
|
1.150
|
|
Onderhoud vastgoed, civiele werken en openbare ruimte
De kosten voor onderhoud van vastgoed, civiele techniek en openbare ruimte kunnen door marktomstandigheden stijgen. Ook komt het voor dat we door onvoorziene omstandigheden kosten moeten maken die niet zijn voorzien in het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte (IBOR) of het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP). De budgetten in onze begroting zijn op deze plannen gebaseerd en deze plannen worden eens in de 5 herzien.
Wanneer zich onvoorziene kostenstijgingen of onvoorziene omstandigheden zich voordoen, bestaat het risico dat de kosten niet gedekt kunnen worden uit bestaande budgetten. Doordat het onderhoud of herstel vaak noodzakelijk is, kan dit leiden tot budgetoverschrijding.
|
We voeren actief beheer op al onze vastgoedobjecten en de openbare ruimte. Daarmee monitoren we ook of de noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden in lijn liggen met de beheer- en onderhoudsplannen. Hierdoor hebben we eventuele bijzonderheden snel in beeld.
|
In recente jaren hebben we vaker te maken gehad met onvoorziene omstandigheden die hebben gezorgd voor hogere onderhoudskosten. Tegelijkertijd zijn we over het algemeen in staat kleinere onvoorziene omstandigheden op te vangen binnen het bestaande programmabudget.
Toch kan het voorkomen dat zich grotere onvoorziene omstandigheden voordoen die zeer kostbaar kunnen zijn. We kunnen de omvang en het risico niet goed inschatten maar houden rekening met een aanzienlijk bedrag.
|
50
|
1.000
|
500
|
|
Wachtgeld wethouders
Begin 2026 zijn er nieuwe verkiezingen en op basis van de uitkomst zal een nieuw college gevormd worden. Het is nog onzeker welke partijen een nieuw college zullen vormen, hoeveel wethouders dit nieuwe college zal hebben en wie dit zullen zijn.
De kans bestaat dus dat het nieuwe college een andere samenstelling zal hebben dan het huidige college. Het risico bestaat dan dat we wachtgeld moeten betalen aan vertrekkende wethouders.
|
We hebben geen beheersmaatregelen om dit risico te verkleinen.
|
Indien alle huidige wethouders zouden vertrekken en niet direct ander werk hebben, kan het wachtgeld in 2026 oplopen tot ongeveer € 400.000. We schatten het risico op 50% omdat de kans ook bestaat dat (een deel van de) wethouders aanblijven.
We kunnen dit risico niet nauwkeurig inschatten omdat het afhankelijk is van besluitvorming in de gemeenteraad na de verkiezingen.
|
50
|
400
|
200
|
|
Prijsindexaties
Binnen de BBP systematiek van het gemeentefonds worden wij gecompenseerd voor prijsinflatie op basis van het verwachte inflatiepercentage. De laatste jaren valt dit doorgaans hoger uit, vaak met minimaal 1 procentpunt. Dit vormt een financieel risico voor onze prijsgevoelige budgetten.
|
Het risico beheersen we waar mogelijk door doelmatig in te kopen. Ook indexeren we onze eigen budgetten in principe met hetzelfde percentage als in de circulaires. Dit beperkt het risico deels. Echter blijft het risico bestaan waar sprake is van wettelijke verplichte of noodzakelijke taken.
|
Het risico is nieuw opgenomen in deze begroting omdat er steeds vaker een verschil is tussen de indexering die wij krijgen via het gemeentefonds en de inflatie waar wij mee geconfronteerd worden. We zien dit met name in de kosten sociaal domein, beheer van infrastructuur en de openbare ruimte, en bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen.
Voor het sociaal domein en de gemeenschappelijke regelingen zit dit risico al verwerkt in de voorgaande risico's. Wij schatten het risico in o.b.v. 2 procentpunt van onze overige prijsgevoelige budgetten met een hoge kans dat het risico zich voordoet
|
50
|
500
|
250
|
|
Totaal benodigde weerstandscapaciteit
|
|
|
5.035
|