Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De paragraaf Financiering is op grond van de wet FIDO (Financiering Decentrale Overheden) en het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) een verplicht onderdeel van de gemeentebegroting. De paragraaf is een weergave van de wijze waarop de financieringsfunctie (het stelsel van leningen, beleggingen en garanties) binnen de gemeente is ingericht. Daarnaast geeft de paragraaf inzicht in de manier waarop rentelasten aan de investeringen, grondexploitaties en taakvelden worden toegerekend.

De uitvoering van de treasury vindt zijn weerslag in deze paragraaf. Treasury is een proces binnen een organisatie dat tot doel heeft het financieringsmanagement en het cashmanagement te optimaliseren, en te waarborgen dat de gemeente aan zijn verplichtingen tegenover schuldeisers kan voldoen. Het treasurybeleid wordt gevoerd vanuit de door de raad vastgestelde financiële verordening, het treasurystatuut en op onderdelen door wetgeving van de centrale overheid.

Financieringspositie en -resultaat

Terug naar navigatie - Financieringspositie en -resultaat

De financieringspositie per het einde van een jaar wordt gevonden door de boekwaarde van de investeringen en uitgezette leningen af te zetten tegen de beschikbare financieringsmiddelen in het eigen vermogen, zoals de reserves, en in het vreemd vermogen, zoals de opgenomen geldleningen en de voorzieningen. Bij een positieve financieringspositie zijn er dus meer financieringsmiddelen dan er feitelijk behoefte aan is dat jaar.

Financiering - Financieringspositie meerjarig
Financieringspositie meerjarig (bedragen x € 1 mln.)
berekening 2025 2026 2027 2028
Vaste Activa
Materieel en immaterieel a 69,7 70,3 85 92,4
Financieel b 11 11 11 11
Onderhanden werk c 1,3 -1,3 -1,2 0
Totaal d=a+b+c 82 80 94,8 103,4
Financieringsmiddelen
Opgenomen leningen e 27,3 25,8 47,8 59,3
Voorzieningen f 25,6 24,9 21 20,5
Reserves g 26,8 27,7 23,8 19,5
Bedrijfsresultaat h -0,1 -2 -3,3 -2
Totaal i=e+f+g+h 79,6 76,4 89,3 97,3
Financieringspositie per jaarultimo j=i-d -2,4 -3,6 -5,5 -6,1

Financieringspositie

De ontwikkeling van de financieringspositie is bepaald op basis van de geprognosticeerde balans die op pagina 123 en 124 is opgenomen. Het geeft inzicht in de manier waarop de gemeente haar activa financiert en in welke mate er in de toekomst aan aanvullende financiering behoefte is.

Wet FIDO en financiering

Terug naar navigatie - Wet FIDO en financiering

De in de inleiding genoemde wet FIDO beoogt decentrale overheden een kader te geven om renterisico op leningen zo beperkt mogelijk te houden. Renterisico ontstaat door wijzigingen in rentepercentages van opgenomen leningen en kasgeldleningen. Er zijn twee verplichte richtlijnen in de wet FIDO om de renterisico’s te bewaken en beheersen; de kasgeldlimiet voor korte financiering en de renterisiconorm voor lange financiering.


Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet stelt een grens aan het bedrag dat met kort geld (korter dan één jaar) mag worden gefinancierd. Dit is een door de overheid vastgesteld percentage (momenteel 8,5%) van de begrote lasten per jaar. Indien de gemiddelde korte financiering de limiet gedurende drie opeenvolgende kwartalen overschrijdt zal er geconsolideerd moeten worden door middel van het afsluiten van een lange financiering. 

Financiering - Kasgeldlimiet meerjarig
Kasgeldlimiet meerjarig (bedragen x € 1.000.000)
berekening 2025 2026 2027 2028
Begrote lasten a 99,2 100,8 99,8 98,4
Gemiddeld saldo kasgeldleningen b 3,5 4,7 6,5 7,1
Kasgeld in procenten c = b / a 3,5 4,7 6,5 7,2
Kasgeldlimiet in procenten d 8,5 8,5 8,5 8,5

Renterisiconorm

Ook voor renterisico’s in de lange financiering is in de Wet FIDO een norm gesteld. Deze norm, de renterisiconorm, bedraagt 20% van de stand van de vaste schuld per 1 januari. De vaste schuld is hierbij gedefinieerd als de opgenomen leningen met een rentetypische looptijd groter of gelijk aan 1 jaar. Er geldt een drempelbedrag van 2,5 mln. euro). Met andere woorden: de Wet FIDO acht het renterisico aanvaardbaar indien in een bepaald jaar niet meer dan 20% van per 1 januari geldende restschuld van opgenomen leningen aan renteaanpassing onderhevig is.  Dat betekent dat in enig jaar 20% van de vaste schuld mag worden vernieuwd (herfinanciering en/of renteherziening). In het volgende overzicht staat de ruimte in de renterisiconorm in 2023 vermeld.

Financiering - Renterisico meerjarig
Renterisico 2025-2028 (bedragen x € 1 miljoen)
berekening 2025 2026 2027 2028
Renteherziening vast schuld opgenomen geld a 0 0 22 11,5
Renteherziening vaste schuld uitgeleend geld b 0 0 0 0
Netto renteherziening c=a-b 0 0 22 11,5
Nieuw aangetrokken schuld d 0 0 22 11,5
Nieuw verstrekte leningen e 0 0 0 0
Netto nieuwe schuld f=d-e 0 0 22 11,5
Betaalde aflossingen g 7,2 1,5 1,5 1,5
Herfinanciering h=laagste f of g 0 0 0 0
Renterisico i=c+h 0 0 22 11,5
Vaste schuld j 27,6 26,1 48,1 59,6
Percentage vastgesteld k 20% 20% 20% 20%
Renterisiconorm l=j*k 5,52 5,22 9,62 11,92

Leningen

Terug naar navigatie - Leningen

Leningen opgenomen gelden

Het saldo van de opgenomen geldleningen bedraagt aan het einde van het boekjaar 2023 € 35,9 mln. Ongeveer een derde deel hiervan heeft betrekking op leningen die in het verleden zijn opgenomen om, met een rente-opslag, door te lenen aan Cazas Wonen. Sinds Cazas Wonen zich voor haar financiering kan wenden tot het Waarborgfonds Sociale Woningbouw wordt dit gedeelte van de leningenportefeuille afgebouwd. De overige leningen zijn ten behoeve van de eigen financiering. De volgende tabel geeft inzicht in de omvang van en mutaties in de leningenportefeuille gedurende 2023.

Mutaties in leningenportefeuille opgenomen gelden 2024 (bedragen x € 1 mln.)
Bedrag Gemiddelde rente
T.b.v. Cazas Wonen per 1 januari 11,3 0,70%
T.b.v. eigen financiering per 1 januari 24,6 1,10%
Totaal 35,9
Aflossingen door Cazas Wonen 0 -
Eigen aflossingen -1,5 -
Totaal -1.5
T.b.v. Cazas Wonen per 31 december 11,3 0,70%
T.b.v. eigen financiering per 31 december 23,1 1,00%
Totaal 34,4

Leningen uitgezette gelden

Naast de geldleningen aan Cazas Wonen lopen er nog enkele leningen die in het verleden door IJsselstein vanuit haar publieke taak zijn verstrekt aan verenigingen, scholen en stichtingen. Ook hiervoor (m.u.v. de startersleningen) geldt dat dit al een aantal jaren niet meer gebeurt en de portefeuille wordt afgebouwd.

Mutaties in leningenportefeuille uitgezette gelden 2024 (bedragen x € 1 mln.)
Bedrag Gemiddelde rente
T.b.v. Cazas Wonen per 1 januari 11,3 0,70%
Overige per 1 januari 1,2 1,50%
Totaal 12,5
Aflossingen door Cazas Wonen 0 -
Aflossingen overige 0 -
Totaal 0
T.b.v. Cazas Wonen per 31 december 11,3 0,70%
Overige per 31 december 1,2 1,50%
Totaal 12,5

Kredietrisicobeheer

Terug naar navigatie - Kredietrisicobeheer

Om een inzicht te verschaffen in de risico’s die de gemeente loopt ten aanzien van uitgeleende gelden staat in de volgende tabel een verdeling van de leningen u/g naar risicogroep vermeld. Het beleid ten aanzien van het verstrekken van leningen is in hoge mate gericht op het afbouwen van de huidige leningenportefeuille en er worden geen nieuwe leningen meer verstrekt.

Samenstelling leningen u/g naar beleidsterrein in 2025 (bedragen x € 1.000)
Beleidsterrein Saldo 1-1 Saldo 31-12 % van het totaal
Volkshuisvesting 11.345 5.672 90
Sport 0 0 0
Onderwijs 329 301 3
Lokaal sociaal beleid 0 0 0
Algemene dekkingsmiddelen 856 856 7

Leningen met een gemeentegarantie

Terug naar navigatie - Leningen met een gemeentegarantie

In het kader van de publieke taak waarborgt de gemeente in sommige gevallen leningen voor investeringen die passen binnen de doelstellingen van de begroting. In de Financiële Verordening staan de voorwaarden benoemd die de gemeente hanteert voor het verstrekken van een gemeente garantie.